Van een onzer redacteuren - DEN HAAG, vrijdag
De Nederlandse tuinbouw heeft de eeuw afgesloten met erg magere prijzen. Na jarenlange groei daalde in 1999 de waarde van de productie en de export. Vooral de uitvoer naar het belangrijkste exportland Duitsland viel tegen.
Dat heeft J. van Veen, voorzitter van het Productschap Tuinbouw, gisteren gezegd tijdens zijn nieuwjaarstoespraak.
Volgens Van Veen hadden de fruit- en groentetelers een "matig jaar". "De enige positieve uitschieter was de bollensector."
"De waarde van de tuinbouwproductie is vorig jaar ten opzichte van 1998 met 4% gedaald tot een kleine 15 miljard. De exportwaarde nam met 3% af tot 22 miljard", aldus Van Veen.
De productiewaarde van de bloemkwekerij bleef gelijk op ruim 7
miljard.
"De voedingstuinbouw laat duidelijk een afnemende trend zien. Er was minder groente, en de prijzen waren veel lager dan het jaar ervoor", aldus Van Veen. Het grote fruitaanbod in de Europese Unie is van structurele aard, waardoor de prijzen ook daar veel te laag waren. "De exportwaarde van de voedingstuinbouw daalde met 8% naar 5 miljard. De export van vers fruit daalde zelfs met 10%." Wel nam de export van verwerkt fruit en sap toe.
Van Veen vindt dat de kwaliteit van het Nederlandse fruit- en groenteaanbod er bij de consument "niet op vooruit is gegaan, hier en daar zelfs achteruit." Dat komt volgens hem door een nog steeds sterk versnipperde afzet en harde concurrentie op de prijs van de producten in plaats van op de kwaliteit.
Van Veen vindt het geen goede zaak dat de eerste ronde van het Wereldhandelsoverleg (WTO) in Seattle onlangs op een mislukking uitliep. "Het gaat toch wel een jaar kosten voordat een nieuwe ronde op gang komt. Intussen lopen we risico met handelsconflicten en krijgt de toegang tot nieuwe markten voor onze producten geen extra steun vanuit de WTO."
"De tuinbouwsector is gebaat bij een groter vrijhandelsgebied. Maar
we moeten ons wel bezinnen op de gevolgen van verdere internationalisering",
waarschuwt Van Veen. "Daarom wil het Productschap samen met het Landbouw-economisch
Instituut gaan kijken naar de gevolgen van meer vrijhandel voor onze concurrentiepositie."