Nederlanders gaan meer op vakantie dan alle andere Europeanen. Ruim
80 procent van de Nederlandse bevolking gaat er minimaal een keer per
jaar op uit.
Dat blijkt uit een onderzoek in vijftien Europese lidstaten, uitgevoerd
door de ANWB. Volgens de toeristenbond gaat ongeveer een kwart van alle
vakantievierders kamperen. Nederlanders maken overigens vaker gebruik
van een reisbureau dan de gemiddelde Europeaan.
Op de tweede plaats van reislustige Europeanen staan de Duitsers (76
procent), gevolgd door de Fransen (67 procent) en de Belgen (61 procent).
Hekkensluiters zijn volgens de bond de Portugezen en de Grieken, van wie
bijna 40 procent op vakantie gaat.
De ANWB meent dat de 'vakantiegroei' in de Europese Unie voorlopig voorbij
is. Eind jaren tachtig bedroeg die nog ongeveer 6 procent per jaar, in
het laatste decennium was dat nog maar 2 procent.
Nederlanders blijken, in tegenstelling tot wat altijd wordt gezegd,
helemaal niet gierig te zijn tijdens hun vakantie. Ze geven gemiddeld
1270 gulden uit en staan daarmee zelfs op de vierde plaats van 'grote
uitgevers', na de Oostenrijkers, de Belgen en de Denen.