Het bestuur van Dordtsche heeft al gezegd niet over een bod te willen
praten. Aan hun aandeelhouders werd niet eens wat gevraagd. Het bestuur
van Moeara was wel zo elegant de mening van de aandeelhouders te peilen,
maar ondanks het feit dat een lichte meerderheid van de op de peilingsvergadering
aanwezige aandeelhouders vóór was, werd toch besloten niet
op het bod in te gaan.
Geld blijkt bij beleggers niet altijd de hoofdrol te spelen en dat is
toch eigenlijk volkomen in strijd met het theorieboek. Chauvinisme speelt
een rol, want bij Moeara kreeg een aandeelhouder, die het overname bod
van Dresdner zag als een verlate Duitse aanval op Nederlandse beleggers,
veel applaus. Kennelijk leeft de Europese gedachte niet erg bij beleggers.
Maar dat ook het pensioenfonds van de Shell, dat vorig jaar nog grote
posten Moeara insloeg, tegen het voorgenomen bod stemde, is helemaal raadselachtig.
Kennelijk overheersen in het bestuur van dat pensioenfonds ook de irrationele
neigingen en is maximalisatie van de beleggingswinst niet meer belangrijk.
De fiscus blijkt ook de gebeten hond te zijn bij veel beleggers. Het
bod van VPV is een unicum in zoverre dat er al vele pogingen tot overname
van de houdsterfondsen zijn gedaan maar dat de fiscus nooit over de streep
getrokken kon worden. Dat is nu wel gelukt, maar dat ging niet voor niets.
De fiscus wil 2,75% van de waarde van de houdstermaatschappijen hebben.
Dat viel helemaal verkeerd. "We gaan de fiscus niet vetmesten", klonk
het strijdvaardig in de wandelgangen. Dat men daarvoor zelf onmiddellijke
winst moet laten schieten, speelt kennelijk geen rol. Veel van de aandeelhouders
schijnen al zoveel geld te hebben dat het meer om principes dan winst
gaat.
Maar geheel in tegenstelling daarmee: de onvervalste Nederlandse zuinigheid
overheerst ook vaak het beleggersdenken, al is dat zoals gewoonlijk het
bekende 'pennywise but pound foolish'-denken. VPV vraagt een 'fee' van
0,9% en dat blijkt voor heel wat beleggers 'veel te veel'. Maar ook het
moreel aspect kreeg bij Moeara opmerkelijk veel aandacht. In de 'ruling'
die VPV met de fiscus heeft afgesloten, zijn verschillende belastingpercentages
overeengekomen voor binnenlandse en buitenlandse ingezetenen. Dat viel
al helemaal verkeerd en de term 'discriminatie' werd gehoord. Daar kan
natuurlijk geen enkele belegger aan meewerken.
Voor VPV is deze gang van zaken een teleurstelling. Maar zij zit nu in
een zeer delicate positie. "We willen geen vijandig bod uitbrengen, dus
we hebben altijd de medewerking van de besturen van de houdstermaatschappijen
nodig", was het voorzichtig commentaar van VPV-directeur Jan Voûte.
"Maar het bod ligt klaar en komt voor eind van de maand."