|
ECD rekent op curatoren
bij aangifte fraudezaken
ROERMOND, donderdag
De Economische Controle Dienst (ECD) meent door een uitspraak van
de rechtbank in Roermond meer faillissementsfraudes te kunnen oplossen.
De rechter oordeelde namelijk dat een curator de kosten voor onderzoek
voordat hij aangifte doet, kan verhalen op de verdachte in zo'n fraudezaak.
Het is volgens de ECD de eerste keer in Nederland dat een rechter tot
een dergelijke uitspraak in een strafzaak is gekomen.
Nu doen de door de rechter aangestelde curatoren volgens de ECD vaak
geen aangifte als zij vermoeden dat er is gefraudeerd bij een faillissement,
omdat dit enorm veel kosten met zich meebrengt. "Als de boedel in een
bv leeg is doordat er is gefraudeerd, doet de curator vaak geen aangifte,
juist omdat hij dan de kosten niet kan verhalen", zegt een woordvoerster
van de ECD. "Maar daardoor worden dus ook de personen die achter de fraude
zitten niet bekend."
Via een civiele procedure kan een curator wel proberen de schade te verhalen.
Maar dit soort procedures zijn volgens de ECD tijdrovend. Bovendien staat
lang niet altijd vast of de curator werkelijk zijn schade vergoed krijgt.
Net als de normale schuldeisers, is echter ook de curator in dergelijke
gevallen één van de benadeelden, stelde de Roermondse rechter.
Als de verdachte in een fraudezaak meestal een van de leidinggevenden
van het failliete bedrijf daadwerkelijk strafrechtelijk wordt veroordeeld,
kan hij tegelijk worden veroordeeld om een schadevergoeding te betalen
aan de slachtoffers.
Hoeveel er wordt gefraudeerd bij faillissementen, durft de ECD
niet te zeggen. In 1994, recentere cijfers zijn niet beschikbaar, schatte
de dienst het jaarlijkse schadebedrag op ongeveer 500 miljoen.
|
|