"De resultaten over dit jaar waren bijzonder goed", zegt KBW-directeur
S. Bogaers. "Ons Japan Fund maakte 56% totaalrendement, het Pacific Rim
Fund 35% en het Pan Global Fund 19%. De rendementen op converteerbare
obligaties liggen tussen die van obligaties en aandelen in. Maar, en daar
gaat het om, het risicoprofiel is een stuk lager en dat zou toch een attractief
punt voor met name pensioenfondsen moeten zijn. Toch blijkt 80% van de
beleggers in deze fondsen te bestaan uit vermogende particulieren, die
wel van de goede gang op de effectenbeurzen willen profiteren maar tegen
een duidelijk lager risico."
Een converteerbare obligatie is een lening, die onder bepaalde voorwaarden
kan worden omgewisseld in de aandelen van het uitgevende bedrijf. De rente
op die obligaties is meestal lager dan de geldende marktrente maar daar
staat tegenover dat men op de convertible koerswinst kan boeken als de
koers van het daaraan gekoppelde aandeel stijgt en een bepaalde grens
overschrijdt. Voor de belegger betekent dat dat hij of zij kan profiteren
van die koersstijging, aan het eind van de looptijd van de lening in elk
geval zijn inleg terugkrijgt en intussen ook nog een beetje rente krijgt.
Het uitgevende bedrijf financiert intussen tegen relatief lage kosten
en kan te zijner tijd het aandelenkapitaal uitbreiden bij de conversie.
Maar intussen verwatert de winst per aandeel niet.
"Je moet dus wel goed op de kwaliteit van de debiteur letten, het uitgevende
bedrijf", zegt D. Van der Tuin, commissaris bij alle drie de fondsen.
"Er zijn regelmatig ondergewaardeerde en overgewaardeerde convertibles
op de markt dus je moet een actief beleid van kopen en verkopen voeren
om het rendement te verhogen. Voor de particulier is dat een bijna onbegonnen
werk, ook al omdat de wereldmarkt in converteerbare obligaties rond de
$400 miljard groot is en nog steeds flink groeit. De VS en Japan zijn
koploper bij het lanceren van converteerbare leningen."
Stijging van aandelenkoersen drijft ook de koersen van converteerbare
obligaties op, maar de fondsen van KBW Wesselius verkopen de obligaties
als de conversiepremie er uit loopt en de convertibles dus het karakter
krijgen van een aandeel. "Met name in Japanse convertibles zien we nog
uitstekende mogelijkheden", aldus KBW-analist N. de Zwart. "De economie
gaat zich daar duidelijk herstellen, de hele economie wordt flexibeler
en gaat zich meer richten naar de Westerse economieën. Een baan voor
het leven bij hetzelfde bedrijf raakt uit de mode, de bedrijven voeren
snel de arbeidsproductiviteit op, ook al omdat de dure yen de concurrentiepositie
nadelig beïnvloedt. En voorlopig zien we China nog niet als de grote
concurrent."
Ook in de rest van Azië nemen de experts tekenen van een forse opleving
waar. Van der Tuin: "De consumptie van melk stijgt in India nu met zo'n
25% per jaar. De vleesconsumptie in China neemt met 30% per jaar toe.
Voor bedrijven in die sector zijn er dus goede mogelijkheden. De markt
voor convertibles is in die regio echter nog klein zodat we alleen beleggen
in de allersterkste bedrijven. En omdat we daarbij een valutarisico lopen
wordt dat risico afgedekt. Beleggen in de convertible wordt immers juist
gedaan om het risico te beperken."