Terwijl Tsjetsjeense strijders in de noordelijke buitenwijken van Grozny
een grootschalig tegenoffensief claimden tegen Russische troepen, beweerde
de Russische minister van Defensie, Igor Sergejev, dat alles voorspoedig
gaat.
Ook het Russisch ORT-journaal Vremja gaf gisteravond van het verloop
van de operatie opnieuw een positief beeld: weliswaar waren er in het
zuiden van Grozny zeven Russische militairen gedood, maar voor de rest,
aldus de verslaggever, ging alles volgens plan. Een Tsjetsjeense woordvoerder
verklaarde echter dat aan "de triomfantelijke Russische militaire opmars"
in Tsjetsjenië een einde gekomen. "De tweede Tsjetsjeense oorlog
staat op een keerpunt."
De Tsjetsjeense president, Aslan Maschadov, riep intussen op tot een
bestand van 8 tot 11 januari om internationale waarnemers de kans te geven
de beschuldigingen aan het adres van Moskou, over de inzet van chemische
wapens, te controleren.
Russische militairen klaagden intussen over een gebrek aan coördinatie
op het slagveld. Soms zouden ze niet eens weten door wie ze werden aangevallen:
door rebellen of andere Russische eenheden. De Russische kolonel-generaal
Valeri Manilov, deed de diverse Tsjetsjeense verklaringen af als "misleidende
informatie en leugens".