Geflopte artikelen kost
supermarkten miljoenen
door Mirjam Brinks - AMSTERDAM,
dinsdag
Nieuwe producten die op het supermarktschap staan, maar niet aanslaan
bij de consument, kosten de grootgrutters jaarlijks maar liefst 11,5
miljoen. Ieder jaar bedenkt de industrie zo'n 1100 nieuwe artikelen; slechts
de helft haalt het schap. Ruim 50% van de 550 nieuwe producten die het
in eerste instantie lijken te redden, flopt echter alweer binnen een jaar
en verdwijnt alsnog uit de winkel.
"Deze
enorme kostenpost moet nodig omlaag", zegt J. van den Broek, voorzitter
van het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL). Volgens hem kan dit
door supermarkten eerder te betrekken bij de introductie van nieuwe producten.
"Vooral in de categorieën wasmiddelen, zuivel en broodbeleg vliegen
de nieuwkomers je om de oren", zo meent de CBL-voorzitter.
"Onlangs kondigden de merkfabrikanten tot onze grote schrik aan nieuwe
creaties één jaar de tijd te willen geven om zichzelf te
bewijzen. Wil de consument het product dan nóg niet, dan verdwijnt
het van het schap", aldus Van den Broek, die deze termijn veel te lang
vindt. Volgens hem is niemand gebaat bij mislukkingen die ruimte bezet
houden.
In een gemiddelde supermarkt staan zo'n 15.000 verschillende artikelen.
Meer kunnen er volgens de ondernemers simpelweg niet in. De fabrikant
heeft het dan ook druk met dringen en verdringen in de schappen, terwijl
de handel roept dat deze niet van elastiek zijn. De consument lijkt zich
weinig aan te trekken van het gevecht om schapruimte en weet zich nog
moeiteloos een weg te banen door de zakken chips, de flessen frisdrank
en pakken luiers.
Van den Broek: "Natuurlijk wil de Nederlander nieuwe waren aantreffen.
Uit een onlangs verschenen onderzoek van ons blijkt dat zelfs 63% van
de supermarktbezoekers nieuwkomers waardeert. Productinnovatie blijft
dan ook zeer belangrijk. Maar, of een product al dan niet aanslaat merkt
de supermarktondernemer vrij snel, daar is zeker geen jaar voor nodig."
Het CBL zet alles op alles om het aantal flops drastisch terug te dringen
en pleit dan ook voor een productintroductieplatform waarbij de retail
in een vroeg stadium kan beoordelen of een artikel voldoet aan de eisen
van de consument. Volgens de overkoepelende organisatie van de supermarkten
kan dit echter alleen met behulp van de fabrikanten. Zij zouden zich veel
vaker op de winkelvloer moeten begeven en daar reclame moeten maken voor
hun producten. Dagelijks komen immers 4 miljoen mensen in de supermarkt
die zes van de tien keer pas in de winkel beslissen wat ze kopen.
"Reclamebureaus moeten meer gebruik maken van het 'medium
winkel'. Proefverpakkingen, demonstraties, kooklessen, dat soort dingen.
Het is leuk voor de bezoeker en goed voor de samenwerking tussen handel
en industrie", aldus Van den Broek.
|