FNV: uitzendkracht heeft
recht op transferbonus
door Alex de Vries - AMSTERDAM,
dinsdag
Uitzendkrachten die bij een bedrijf in vaste dienst treden, hebben
recht op 20% van de transfersom die een uitzendbureau hiervoor krijgt.
Dat stelt FNV Bondgenoten als één van de uitgangspunten
bij de onderhandelingen voor een nieuwe uitzend-cao. De zogenoemde transferbonus
voor uitzendwerkers zou op kunnen lopen tot maximaal drie bruto maandsalarissen.
FNV Bondgenoten wil verder dat de ruim 250.000 uitzendkrachten in ons
land er volgend jaar 3% salaris bij krijgen. Voor de lagere loonschalen
wordt daarnaast 'centen in plaats van procenten' geëist.
Dit betekent dat degenen die het minst verdienen er naar verhouding het
meest op vooruit gaan. Omdat 80% van alle uitzendkrachten in de lagere
loonschalen is ondergebracht, zou deze loonstijging in veel gevallen kunnen
oplopen tot maximaal 8%.
FNV
Bondgenoten-onderhandelaar H. Westerhof zet hard in. "In het verleden
hebben de werkgevers nog wel eens een loonsverhoging boekhoudkundig zo
verwerkt, dat in de praktijk mensen minder in hun portemonnee kregen.
Dat moet deze keer dus anders. 3% erbij, betekent ook echt 3% in de knip."
In 1999 steeg het loon van uitzendkrachten met 3%. De bonden gingen hiermee
akkoord in de veronderstelling dat de loonschalen en functiewaardering
zouden worden aangepast. Dit is volgens Westerhof nog steeds niet gebeurd.
"Er is wel een studiegroep ingesteld. Zolang die bezig blijft, vragen
wij centen in plaats van procenten."
De eis om iets aan de loonschalen te doen, blijft overeind. Westerhof:
"De loonschalen in de uitzend-branche beginnen allemaal op het minimumloon.
Het duurt vaak te lang voordat iemand binnen zijn schaal naar een hoger
salaris doorstroomt. Dat systeem moet op de helling."
Maar zolang dit niet het geval is eist Bondgenoten compensatie. "Wij
willen dat iedere werknemer bovenop de loonsverhoging van 3% een toeslag
krijgt van een kwartje per gewerkt uur. Omdat deze verhoging dus in centen
en niet in procenten wordt uitbetaald, betekent dit dat degenen die het
minst verdienen er relatief het meest op vooruit gaan", aldus Westerhof.
Volgens FNV Bondgenoten moet een uitzendkracht verder drie werkdagen
bedenktijd krijgen voordat hij een uitzendcontract ondertekent. Tevens
moet in het contract worden aangegeven wat iemand met een vergelijkbare
functie, maar dan in vaste dienst, verdient. "In die periode kun je dan
overleggen met collega's of met de bond, of het bod redelijk is", zegt
Westerhof.
Hij raakt met zijn eis om een transferbonus in de uitzend-cao vast te
leggen de uitzendbranche in het hart. Onder invloed van de krappe arbeidsmarkt
en de Flexwet treden uitzendbureaus steeds vaker op als bemiddelaar en
wervingsbureau voor nieuw personeel. De bonussen die hiermee worden verdiend,
dragen voor een toenemend deel bij aan de omzetcijfers.
Deze bonussen zijn bovendien belangrijk voor de uitzendbureaus, omdat
de groei van de uitzendmarkt is gestagneerd. Het Centraal Bureau voor
de Statistiek maakte vorige week bekend dat het aantal uitzenduren in
het derde kwartaal van dit jaar vergeleken met dezelfde periode in 1998
met een miljoen is afgenomen. Omgerekend zijn dat 199.000 vaste banen.
"Het was altijd een factuurtje voor een uurtje. Bemiddelen en werven
is voor uitzendbureaus nu lucratiever dan het risico van het volwassen
werkgeversschap zoals de Flexwet in sommige gevallen voorschrijft", constateert
Westerhof. Hij maakt daarom van de transfersom een principieel punt bij
de onderhandelingen. "Op het moment dat het uitzendbureau zo'n bedrag
krijgt, verdient het eigenlijk aan iets wat niet van hem is. Een uitzendkracht
is geen handelswaar." De onderhandelingen voor een nieuwe uitzend-cao
starten begin februari.
FOTO: GLENN WASSENBERGH
|