Niet alleen de nationale mannenploeg, maar ook het vrouwenteam van bondscoach Pierre Mathieu speelt volgende week een olympisch kwalificatietoernooi. In Bremen moet Oranje een competitie met zes ploegen winnen om zich rechtstreeks te plaatsen voor Sydney. Dat is volgens Gido Vermeulen, de Nederlandse trainer van de Italiaanse club Napoli, een extreem moeilijke opgave. Vermeulen, voorheen vier jaar assistent van voormalig bondscoach Bert Goedkoop, weet waar hij over praat. Hij werkt in Napels met internationals van drie deelnemende landen.

Italië, op 4 januari de eerste tegenstander van Oranje in Bremen, heeft zich perfect kunnen voorbereiden op het kwalificatietoernooi. Na de World Cup in Japan zijn de internationals niet teruggekeerd naar hun clubs, maar bleven ze samen om doelgericht naar de tweede plaatsingskans voor Sydney toe te werken.

"Het Italiaanse team zal erg fit zijn en beschikt bovendien over twaalf goede speelsters," zegt Vermeulen. Maar hij ziet ook Kroatië als voorname kanshebber in Bremen. "Ze hebben twee ervaren speelsters teruggehaald en beschikken met Barbara Jelic over een aanvalster van wereldklasse. Ik heb veel respect voor de mentaliteit van de Kroatische speelsters. Ze hebben een enorme drive om te winnen en zullen nooit piepen of zeuren als het even tegen zit. Maar deze speelsters zijn minder uitgerust dan de Italianen omdat ze allemaal kort geleden nog veel competitiewedstrijden hebben moeten spelen."

"Ook Duitsland moeten we erg serieus nemen," vervolgt Vermeulen. "Ook dit land heeft wat oudere ervaren speelsters opgetrommeld. En een Duitse sportploeg is vooral voor eigen publiek tot bijzondere dingen in staat. Vier jaar geleden hebben ze dat kunstje ook al eens geflikt. Toen werd bij hetzelfde toernooi Rusland in de finale verslagen."

Is Oranje tegen deze drie teams dan kansloos? Vermeulen: "Kansloos niet nee. Met Riëtte Flederrus als spelverdeelster en aanvalsters als Elles Leferink, Chaïne Staelens en Ingrid Visser kan een bijzonder hoog niveau worden gehaald. Maar ik denk niet dat dit jonge team vijf wedstrijden lang constant kan spelen. Routiniers als Boersma, Brinkman en Weersing zijn er niet bij en Irena Machovcak is geblesseerd. Dat scheelt toch zo'n twaalfhonderd interlands aan ervaring."

Als Nederland volgende week het toernooi niet wint, volgt in ieder geval in juli een herkansing. En natuurlijk zullen in de aanloop naar dat evenement ook weer de namen van de drie bekende oudgedienden worden genoemd. Brinkman maakt onlangs al een schijnbeweging richting Oranje, Boersma heeft aangegeven nog wel een keer naar de Olympische Spelen te willen en Weersing speelt in Italië nog steeds de sterren van de hemel.