|
Voorspellen
Het is niet moeilijk. Voorspellen. Het probleem is timing. Wanneer
zijn ze er, die voorzienbare ontwikkelingen? Enerzijds gaat het langzamer,
anderzijds sneller dan verwacht. Op wegverkeergebied gaat het traag. Ja,
de wegen worden breder. De chaos blijft. Technologisch gezien moeten wij
reeds lang als een treintje, met hoge snelheid en onderling tien centimeter
afstand, van A naar B rijden. Het kwam er niet van. Ik lees over het plan
de snelweg rond Amsterdam tot rotonde te verheffen. Dat moeten stadsplanologen
zijn. Mensen die weet hebben van éénrichtingsverkeer en
hoe de automobilist het leven te verzuren. Misschien is de bedoeling niet
verkeerd. Eénrichtingsverkeer op de snelweg, wel overzichtelijk.
Toch maak ik me zorgen. Gaat het alsdan met de klok mee of er juist tegenin.
Gevoelsmatig verwacht ik het eerste. Met de klok mee. Dat zijn we zo gewend.
Ik pleeg de ring vanaf de A4, de meest zuidwestelijke punt, aan te rijden.
En hem drie kilometer verder, bij de RAI, weer te verlaten. Tegen de klok
in. Vandaar die bezorgdheid.
Ach, het zal een losse gedachte zijn. Het loopt zo'n vaart niet. Er kon
nog veel gebeuren. Het is bijzonder dat we een jaareinde, een eeuwwende
en een millenniumovergang mogen meemaken. Wat zijn we bevoorrecht, mensen.
Hele volksstammen komen zelfs niet aan één eeuwwisseling
toe. Ja, ik ken ze. De rechtlijnige denkers, die ons voorhouden dat dit
feest een jaar te vroeg valt. Mag ik, met alle respect, een vraag stellen.
Denken zij dat onze voorouders in 1899 hun viering tot 31 december 1900
hebben uitgesteld? Zo niet, dan ophouden met zeuren. Als we wachten, gaat
deze eeuw 101 jaren duren. Dat is teveel eer. Al was het m'n eeuwtje wel.
Ik opper dat er in deze eeuw evenveel is gebeurd als in de 900 jaren daarvoor.
Leuk. De gewoonte om een sportvrouw van het jaar, sigarenroker van de
eeuw, kerkvader van het millennium te kiezen. Bepalen we ons tot Nederland.
Wie was de belastingman van het millennium? Vermeend of Fernando Alvarez
de Toledo, kortweg Alva. Ik kies voor de laatste. Ben overigens zo vrij
de bewindsman erop te wijzen dat hij impliciet de eeuw te pakken heeft.
Enfin, Alva. Filips II stelde hem aan om de lage landen op orde te brengen.
Alva stond bekend vanwege zijn harde hand. Hij was ook belastingkundig.
Als zodanig voerde hij twee heffingen in. De tiende en de twintigste penning.
Met de tiende penning overspeelde hij zijn hand. Het was een omzetbelasting.
Een tarief van 10 procent, op vrijwel elke transactie, en zonder aftrek
van voordruk. De staten van Holland werden boos, besteedden de centen
liever aan wapens en soldij, dan aan de koning. De andere heffing, de
twintigste penning, was een succes. Die werd geheven bij overdracht van
onroerend goed. Deze heffing heeft het tot de dag van vandaag moeiteloos
uitgehouden. Ach, mensen, zo triviaal is het. De belastingverhoging komt
in tijden van oorlog. Keert de rust weer dan handhaaft de overheid het
hoge tarief. Men is er toch aan gewend. Het leven was niet gemakkelijk,
vroeger. Er was gespuis. Buiten de stadspoort verblijven, 's nachts, was
niet veilig. Vogelvrij. Het bijhouden in een register, van rechten op
land en gebouwen was belangrijk. Een teken van overheidsbescherming. Niet
alleen werden eigendomsrechten vastgelegd. Het gaf ook de intentie weer
die rechten te beschermen. Tegen aanvallen van derden. Daar mocht iets
tegenover staan. Vijf procent van de koopsom.
Aangrijpingspunt
Goed, we leven in een andere tijd. Het tarief is zelfs verhoogd tot 6
procent. De beschermingsfunctie is symbolisch geworden. Laat ik zeggen:
er wordt weliswaar gestolen als de raven, maar de aandacht gaat vooral
uit naar losse voorwerpen. Het huis blijft wel staan. Nee, het gaat erom
dat huizen en gebouwen een bestand vormen. De wereld wordt ongewis voor
de fiscus. Mensen reizen en trekken. Het Internet explodeert. De Europese
Lidstaten beconcurreren elkaar met tariefsverlagingen. In zo'n wereld
is het woonhuizenbestand een vaste waarde. Hoe meer waarde, hoe beter.
Een tastbaar aangrijpingspunt. Een williger melkkoe nog dan de auto.
Dit alles leidt tot ontboezemingen van voorspellende aard. De belastingdruk
op het eigen huis zal stijgen. De overdrachtsbelasting is slechts een
partje. Een opstappremie zogezegd. Het gaat verder. De lokale overheden
komen mee-eten met hun onroerendzaaksbelasting. In zoverre weinig of geen
onderscheid tussen eigenaars en huurders. De belastingdruk wordt doorberekend
in de huur. En reeds richt de centrale overheid begerige blikken op de
aftrek hypotheekrente. De vraag is niet óf het gebeurt, hoogstens
wanneer. De druk stijgt. De woonlasten ook. Exponentieel.
U vraagt, of er iets aan te doen is? Gemakkelijk is anders. We zijn in
de grond een democratisch volkje. Merkwaardigerwijs is de belasting een
licht item. De overheidsinkomsten zijn, als het ware, gegeven. De politiek
debatteert liever over uitgeven. Zo ligt het, tegenwoordig. Vreemd eigenlijk.
Vroeger was het democratisch toezicht eerst en vooral op de heffing gericht.
Alva was binnen de kortste keren slaags met de burgers. Letterlijk. En
hij moest veld ruimen. Vermeend heeft, in vergelijking met Alva, een zee
van ruimte. De waarnemer staat erbij en wacht. Op de politieke stroming
die de belastingdruk op huizen tot zorgthema verheft. Onze stem brandt
in de zak.
|
|