|
Euro in treurnis het oudejaar uit
AMSTERDAM, vrijdag
Het jaar van de euro is 1999 niet geworden. In een jaar tijd verloor
de op 1 januari geïntroduceerde munteenheid 14 procent van haar waarde
ten opzichte van haar Amerikaanse tegenhanger. Begin december werd de
euro korte tijd zelfs minder waard dan de dollar.
Gisteren was het een exemplarische voor de toestand van de euro: een
en al treurigheid. Op de laatste handelsdag in Europa zakte de munteenheid
van $1,0050 naar 1,0025. De Amerikaanse munteenheid zelf steeg dientengevolge
van 2,1930 naar 2,1965. Het pond sterling sloot op 3,5480
en noteerde daarmee een van de hoogste koersen van dit jaar.
Begin 1999 was de euro, het economische symbool voor de eenheid tussen elf lidstaten van de Europese Unie, nog feestelijk begonnen op $1,16675. Er leek een sterke toekomst in het verschiet te liggen, zeker nadat kort na de introductie nog hogere koersen werden genoteerd.
Maar al gauw kwam de klad erin. De euro zakte van dieptepunt naar dieptepunt. Vooral de tegenvallende economische prestaties van de grootmachten van de eurolanden waren daaraan debet. Duitsland en Italië lieten de euro in de steek. Daartegenover vonden groeiwonderen plaats in de VS, hetgeen de dollarkoers sterkte.
In juli kroop de Europese munteenheid nog door het oog van de naald: de blamerende een op een verhouding met de dollar kon nipt worden vermeden. Maar het bleef vallen en opstaan. Met verbazing werd door de financiële wereld gekeken naar de houding van de Europese Centrale Bank, de hoeder van de euro. Die zei zich schouderophalend niet druk te maken om de koersdalingen en zich slechts te willen richten op stabiele prijzen in Europa.
ECB-president Duisenberg leek eind oktober gelijk te krijgen. De euro herstelde zich tot een niveau van $1,08, vooral door impulsen van de opkrabbelende Duitse economie. Maar dat was van korte duur. Terwijl de wereldhandel in Seattle in een crisis belandde, zakte de euro begin december onder de $1. De sterke Amerikaanse en een opkrabbelende Japanse economie drukten Europa wederom in mineur.
|
|