Het bloedbad dat christenen en moslims gisteren en eergisteren op het Noord-Molukse eiland Halmahera aanrichtten, hebben minstens 265 mensen met de dood moeten bekopen. Enkele honderden kerken, moskeeën en andere gebouwen gingen in vlammen op nadat bendes brandstichtend door de stad Tobelo waren getrokken.

De hernieuwde explosie van religieus geweld in deze archipel op bijna 2500 kilometer ten oosten van Jakarta brengt het aantal dodelijke slachtoffers, samen met degenen die sinds zondag jongstleden het leven verloren tijdens de heftige onlusten in de hoofdstad Ambon, alleen al deze week op minstens 328. Zowel op Halmahera als in het na een jaar van geweld goeddeels verwoeste Ambon heerste gisteren een explosieve rust.

Meer dan duizend mensen verloren het leven sinds een betrekkelijk onschuldige ruzie tussen een taxichauffeur en enkele dronken passagiers op het eiland Ambon op 19 januari jongstleden het begin bleek van een der ernstigste godsdienstige conflicten in de geschiedenis van de republiek.

Bijna de helft van de doden viel in deze laatste maand van het jaar. Op het eilandje Tidore, voor de westkust van Halmahera, staan aanhangers van verschillende lokale sultans elkaar intussen naar het leven. Beide vorsten streven naar het gouverneurschap van de Noord-Molukken en zijn met geweld bezig hun territoir af te bakenen.