door Harry Blom - AMSTERDAM, dinsdag
Op kerstavond breekt een militaire coup uit in Ivoorkust. Soldaten,
woedend over het uitblijven van hun wedde, nemen het initiatief in grootschalige
plundering van winkels in de grootste stad, Abidjan, gevolgd door de plaatselijke
jeugd.
Krantenverkopers
doen goede zaken als de bevolking van Abidjan zich maandagochtend weer
naar het werk begeeft, na een kerstweekeinde waarin het democratische
regime van president Bédié ten val was gebracht door een
militaire coup. FOTO: EPA
De voormalige stafchef, generaal Robert Guei, kondigt de afzetting van
de wettig gekozen burgerpresident Henri Konan Bédié aan,
die met een helikopter van de Franse militaire macht in Ivoorkust naar
buurland Togo wordt overgevlogen. Guei's junta belooft een nieuwe grondwet,
wil een kabinet met burgers en streeft naar multi-partijdemocratie, maar
dat kan nog even duren.
Tot dusver lijken de gebeurtenissen verdacht veel op het zoveelste voorbeeld
uit het boekje Coups in Afrika. Maar ditmaal gaat het om een land dat
sinds zijn onafhankelijkheid van Frankrijk in 1960 het voorbeeld was van
(betrekkelijke) welvaart, democratie en stabiliteit. Niet minder dan drieëndertig
jaar bleef Felix Houphouet-Boigny (bijgenaamd: de oude) als president
aan het bewind tot zijn overlijden in 1993.
Desondanks was de situatie in Ivoorkust verre van ideaal. De "parel van
Afrika" verkeerde al vele jaren in een economische crisis, die mede veroorzaakt
werd door de lage prijzen voor het belangrijkste exportproduct, cacaobonen.
Net als in het grote Nigeria, oostelijker gelegen, is er geen eind gemaakt
aan de rivaliteit tussen de ongeveer 25 etnische groeperingen, waarbij
vooral die uit het noorden in het nadeel raakten.
Met de partijdemocratie liep het evenmin goed. Houphouets voormalige
premier, Alassane Ouattara, een noorderling en moslim, werd als 'buitenlander'
afgeschreven als opvolger van de grote president en daarna als deelnemer
aan de presidentsverkiezingen van 1995. Hij kreeg een functie als onderdirecteur
van het IMF in Washington en keerde deze zomer even naar zijn vaderland
terug om zich voor te bereiden op de verkiezingen van 2000.
Coupleider generaal Guei werd eveneens op een zijspoor gezet door
president Bédié, die in hem een rivaal zag. Kenners van
Ivoorkust vermoeden dat de generaal de wegbereider wordt voor Ouattara.
Maar nog vreemder is de rol van Frankrijk in de coup. In Ivoorkust wonen
zeker 20.000 Fransen die, zoals in een aantal andere voormalige Franse
gebieden in Afrika, kunnen rekenen op steun van een 'eigen' militair contingent
van ruim 550 man. Parijs heeft tot dusver niets gedaan om president Bédié
in het zadel te houden, terwijl in het verleden voorbeelden te over zijn
te vinden van Franse militaire interventie in Afrikaanse landen.
Misschien komt die interventie nog, maar generaal Guei heeft Parijs al
gewaarschuwd dat het dan op een heftige confrontatie moet rekenen.
Voorlopig lijkt de rust weergekeerd in Abidjan. De bevolking moest
gisteren weer gewoon aan het werk gaan. Niemand plengt een traan over
de verdrijving van de democratisch gekozen president.
Sterker nog: zelfs de Bédié-gezinde krant Fraternité
Matin prees het feit dat de coup zonder bloedvergieten was verlopen. Een
andere krant, Notre Voie, vergeleek generaal Guei met de kerstman en sprak
de hoop uit dat zijn kerstcoup het land net zoveel goeds mag brengen als
de militair Abubakar in het door corruptie en coups verscheurde Nigeria
had gedaan. "Hij moet de vader van een werkelijk democratisch Ivoorkust
worden. Dan wordt hij een deel van de Afrikaanse legende", sprak de krant
hoopvol.
Alleen Frankrijk en Zuid-Afrika hebben openlijk de val van president
Bédié betreurd.