![[Matranortel]](http://krant.telegraaf.nl/krant/advertenties/adv.0000000d2b.gif)
![[Veilinghal]](http://krant.telegraaf.nl/krant/advertenties/adv.0000000ce1.gif)
![[V & L informatica]](http://krant.telegraaf.nl/krant/advertenties/adv.0000000963.gif)
![[BOL]](http://krant.telegraaf.nl/krant/advertenties/adv.0000000d6e.gif)
|
Shell eindelijk af van
Zwitserse raffinaderij
Van een onzer verslaggeefsters - ROTTERDAM, donderdag
Na drie jaar zoeken heeft Shell definitief een koper gevonden voor
de beneden verwachting draaiende raffinaderij in het Zwitserse Cressier.
Voor $131 miljoen een koopje komt het in handen van oliemaatschappij Petroplus,
die er dolblij mee is. Het beursgenoteerde bedrijf spint garen bij het
afstoten van niet-kernactiviteiten door grote olieconcerns.
"Zwitsers zijn niet alleen een heel precies volkje, het is ook nog
eens een hele mooie fabriek", roept commercieel directeur van Petroplus,
Marcel van Poecke, verrukt. Shell wilde zo graag van de fabriek af, dat
het voor de oplevering aan Petroplus zelfs nog een uitgebreide opknapbeurt
krijgt, zodat het aan de nieuwe milieu-eisen voldoet. Petroplus krijgt
niet alleen de raffinaderij in handen, maar ook aan de raffinaderij gerelateerde
bedrijfsonderdelen als opslagplaatsen en pijpleidingen.
Een jaar lang hebben de overname-onderhandelingen tussen Petroplus en
Shell geduurd. Dat het glas uiteindelijk toch geheven kan worden, komt
niet alleen door het kleine prijsje. De fabriek in Cressier sluit prima
aan bij de bezigheden van Petroplus. "Het levert een optimale combinatie
tussen raffinage, handel en opslag van olie," zeggen Van Poecke en financieel
collega Willem Willemstein. "Op het gebied van onderhoud hoeven we geen
extra investeringen te doen, alleen moet er bespaard worden op kosten."
"Het is een mooie beschermde markt hier", verzucht Van Poecke over de
Zwitserse raffinage-markt. Op het gebied van concurrentie heeft Cressier
alleen te vrezen voor een verderop gelegen fabriek in het plaatsje Collumbey.
"Cressier levert 25% van de Zwitserse vraag naar raffinage-producten en
Collumbey 15%."
Hoewel $131 miljoen niet veel is vergelijken bij de vele miljardenaankopen
vandaag aan de dag, is het voor Petroplus een hele aankoop. Om het te
kunnen financieren komt het Rotterdamse bedrijf "begin volgend jaar met
een emissie". Welk deel van de $131 miljoen uit eigen en welk deel uit
vreemd vermogen zal bestaan, is nog niet duidelijk.
Wat wel duidelijk is, verzekeren Poecke en Willemstein, is dat "de overname
direct bijdraagt aan de winst per aandeel". In juli 1998 ging Petroplus,
dat binnenkort haar 7-jarig bestaan viert, naar de Amsterdamse effectenbeurs,
waar de koers de eerste tijd flink steeg. Dit jaar echter moest het lokaal
genoteerde fonds het bekopen met een fikse daling. "De belangrijkste reden
hiervoor is dat de liquiditeit van het aandeel beperkt is," verklaren
de directeuren. Met de overname hopen de heren dat Petroplus populairder
wordt op de effectenbeurs.
Van Poecke en Willemstein hebben de kunst die leidde tot hun succesvolle
onderneming afgekeken in de Verenigde Staten. "Tosco en Valero, daar kijken
we naar." Onder meer deze bedrijven profiteerden er daar van dat grote
oliemaatschappijen en chemische bedrijven zich begonnen te bezinnen op
hun kernactiviteiten. Bedrijfsonderdelen als raffinaderijen, chemische
installaties en tankopslagfaciliteiten werden verkocht aan kleinere oliemaatschappijen.
Tosco heeft onlangs zelfs 1800 bezinestations gekocht van Esso en Mobil.
In West-Europa is die golf van herstructurering pas net begonnen.
Van Poecke steekt niet onder stoelen of banken al "een aantal nieuwe projecten
in de pijpleiding te hebben". Willemstein voegt toe: "we zijn constant
in gesprek en kijken continue naar nieuwe mogelijkheden in West-Europa".
De onderneming is vooral actief in Duitsland, Engeland, België en
Nederland, wereldwijd heeft het zo'n 550 mensen in dienst.
|
|