Bijna 85 jaar nadat de stoomboot Ancon als eerste schip van het Panamakanaal
gebruik maakte om de vaartijd tussen de oost- en westkust van de Verenigde
Staten met bijna anderhalve maand te verkorten, komt de beroemde waterweg
in handen van het land waar het zijn naam aan ontleent. De VS doen op
oudejaarsdag afstand van het Panamakanaal en de omliggende strook land.
Hoewel de natuurramp in het even oostwaarts gelegen Venezuela een domper
zet op de feestelijkheden rond de soevereiniteitsoverdracht, blijft het
evenement voor Panama van grote historische betekenis. Voor het eerst
sinds het ontstaan van het land in 1903, toen de VS plaatselijke revolutionairen
opstookten om afscheiding te zoeken van het moederland Colombia, is Panama
niet langer door het kanaal in tweeën gesplitst.
"De aanwezigheid van duizenden Amerikaanse ingenieurs en militairen in
de Kanaalzone kwam onze economie beslist ten goede. Maar het waren dezelfde
Amerikanen die ons er dagelijks aan herinnerden dat Panama weinig meer
voorstelde dan een verkapte kolonie van de VS. Nu krijgt ons land een
ziel die het eerder niet had", zo analyseert oud-president Ernesto Balladares.
De economische waarde van het kanaal is de laatste jaren sterk afgenomen.
Een toenemend aantal van de 14.000 schepen die jaarlijks het kanaal passeren,
is te groot voor de 33 meter brede sluizen aan de beide ingangen van de
waterweg. Het in 1977 door de toenmalige Amerikaanse president Jimmy Carter
getekende verdrag dat de soevereiniteitswisseling van het kanaal regelt
is er de oorzaak van dat de VS weinig werk hebben gemaakt van eerdere
moderniseringsplannen.
Zo is het sluizencomplex van Miraflores een soort werktuigbouwkundig
museum waar gigantische raderen uit 1913 tot op heden de massieve poorten
bedienen. Directeur Albert Zubieta van de nu volledig door de Panamese
staat beheerde kanaalmaatschappij liet becijferen dat het moderniseren
van de installaties investeringen vergt van minstens vier miljard gulden.
Panama is zelf niet bij machte om de benodigde investeringen op te brengen
en heeft ervoor gekozen een deel van de havenactiviteiten langs de waterweg,
zoals goederenoverslag, te privatiseren in de hoop met de opbrengsten
hiervan het kanaal operationeel te houden.
"Panama zit nu in een lastige situatie. Er bestaat in scheepvaartkringen
nogal wat wantrouwen over het vermogen van het ons land om het kanaal
naar behoren te beheren. En het is inderdaad niet ondenkbaar dat door
het Amerikaanse getreuzel met modernisering van de technische installaties,
er straks problemen komen waarvan wij dan natuurlijk de schuld krijgen",
zegt professor Octavio Tapia Lu van het Centrum voor Kanaalstudies van
de Universiteit van Panama.
Het Kanaalverdrag tussen de VS en Panama geeft de regering in Washington
ook in de toekomst het recht om in te grijpen wanneer het mis dreigt te
gaan met de strategisch belangrijke waterweg. Maar de Amerikaanse militaire
aanwezigheid in de Kanaalzone is inmiddels verleden tijd.
De ongeveer veertigduizend militairen die langs het kanaal waren gelegerd,
zijn reeds teruggetrokken. De grote legerbases die in het recente verleden
nog dienden als springplank voor allerlei militaire interventies in Latijns-Amerika
en van waaruit in 1989 nog de Panamese regering van president Manuel Noriega
is verjaagd, zijn verlaten en staan nu onder beheer van de plaatselijke
autoriteiten.
"Met het heengaan van de Amerikanen bereikt Panama als land en natie
na bijna een eeuw de wasdom die eerder ontbrak en ons land toch tot een
soort buitenstaander maakte binnen de Latijns-Amerikaanse landengemeenschap.
Er is haast geen mooiere manier denkbaar om het nieuwe millennium te verwelkomen",
aldus de president van het land, mevrouw Mireya Moscoso.