Negen van de 15 EU-lidstaten hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid om voor een proefperiode van drie jaar de btw te verlagen op arbeidsintensieve diensten. Het experiment is bedoeld om banen te scheppen en zwartwerk tegen te gaan. De lidstaten mochten daartoe drie categorieën kiezen uit een lijst van vijf sectoren.

Het ministerie van Financiën is zeer tevreden met de lijst van de commissie. "We hebben ons jarenlang ingespannen om dit te bereiken. Dat er door het lage btw-tarief op deze diensten minder geld in de staatskas vloeit, weegt niet op tegen het positieve effect op de werkgelegenheid en het bestrijden van zwartwerk", aldus een woordvoerder.

De Beneluxlanden hebben het gretigst toegehapt door zo veel mogelijk diensten te selecteren. De meeste zuidelijke landen houden het bij de werkster en onderhoud of verbouwingen aan huizen. Engeland experimenteert zuinigjes alleen op het eiland Man, waar tegen een lager btw-tarief aan huizen mag worden geklust.

Opvallend is dat Oostenrijk en Duitsland volgens het overzicht van de Commissie helemaal geen selectie hebben ingediend. Ook de Scandinavische lidstaten doen niet mee. Duitsland heeft van meet af aan al dwars gelegen bij de btw-verlaging. Zo probeerden de Duitsers onder meer kappers van de lijst te houden uit vrees voor fors lagere inkomsten voor de schatkist. Berlijn was bang dat de Duitse kappers ook om verlaging van de btw gaan vragen als ze zien dat het in Nederland gebeurt. Na veel bakkeleien kwam uiteindelijk het nu gehanteerde keuzemodel uit de bus.