|
"Romme kan nog veel beter"
door Luuk Blijboom - DEN HAAG, maandag
Hoe onbevangen Gianni Romme tegen de complexe materie van het allround-schaatsen
aankijkt, maakte de kersvers nationaal kampioen onbedoeld duidelijk tijdens
zijn nababbel aan het einde van de voor hem zo succesvol verlopen tweedaagse.
Hardop filosoferend over zijn titelkansen tijdens het Europees kampioenschap,
over vier weken in Hamar, meende de kopman van SpaarSelect te concluderen
dat het ontegenzeggelijk in zijn nadeel is dat het toernooi over drie
dagen wordt verreden. Een ontboezeming die hem vragende blikken opleverde.
"Wat? Duurt het toernooi maar twee dagen? Kun je nagaan hoezeer ik van
dag tot dag leef."
Het was diezelfde ongedwongen aanpak die de 26-jarige Brabander zijn eerste allround-titel opleverde, vóór naaste concurrenten Rintje Ritsma en Ids Postma. Slechts één maal eerder stond Romme na een grote vierkamp op het podium, maar de derde plaats tijdens het NK van seizoen '96/'97 in Assen (achter Ritsma en Falko Zandstra) bleef destijds onbeloond. Het derde startbewijs voor de Europese titelstrijd ging naar de afwezige Ids Postma, die in Heerenveen prompt zijn eerste internationale allround-titel behaalde.
Na drie afstanden geloofden nog maar weinigen Romme incluis in de
kansen van de kilometervreter. Hij stond na een teleurstellende 1500 meter
op de derde plaats in het algemeen klassement en diende 16,30 seconden
goed te maken op Ritsma, op dat moment aanvoerder van de ranglijst. De
stayer kwam met zijn trainer Peter Mueller overeen zich te beperken tot
een vlak schema om zodoende op de afsluitende tien kilometer zijn podiumplaats
(lees: EK-ticket) veilig te stellen. Onbeschroomd kwam Romme uit op een
nieuw baanrecord van 14.03,28 en een stief half uurtje later bleek hij
zowaar een voorsprong van 0.393 punt te hebben op de Lemster, die 7,87
seconden tekort kwam om zijn derde Nederlandse titel veilig te stellen.
Postma, die na een matige eerste dag getergd aan de start verscheen van
de 1500 meter en op die afstand zijn derde plaats veilig stelde, weigerde
zich evenmin op te blazen en beperkte zich in navolging van provinciegenoot
Ritsma tot consolideren van zijn positie binnen de top-drie.
En zo kende de tweedaagse het voorspelbare scenario, waar na het uitvallen van de geblesseerde Martin Hersman voor gevreesd werd. De aanstormende jeugd trachtte in Den Haag nadrukkelijker dan ooit aan de stoelpoten van de gevestigde orde te zagen, maar verder dan verbaal geweld kwam de nieuwe lichting vooralsnog niet. "Ik kan Ids Postma verslaan", klonk het zaterdag bijvoorbeeld nog even strijdlustig als overmoedig uit de mond van Sicco Janmaat, eerstejaars kernploeglid uit de formatie van Gerard Kemkers. En over Gianni Romme: "Als je naar zijn resultaten kijkt, kun je alleen maar constateren dat hij absoluut geen allrounder is. Ik ben completer."
Maar toen na vier afstanden de balans werd opgemaakt, vond Janmaat zijn naam slechts terug op de vierde plaats van het algemeen klassement, op respectabele afstand van het podium. Het verbaasde Postma allerminst dat Janmaat genoegen moest nemen met de titel 'best of the rest'. "Het gat is nog altijd aanzienlijk. In vergelijking met vorig jaar staan die jongens stil in hun ontwikkeling."
Dat laatste gold beslist niet voor Romme. Integendeel. Op de vraag
of hij daadwerkelijk de beste schaatser van het weekeinde was, kon SpaarSelect-coach
Mueller kort zijn. "Anders win je niet in Nederland." Het was een primeur
met perspectieven, meende de Amerikaan. "Als je het NK wint, is de kans
dat je Europees kampioen wordt ook groot. Je verslaat hier tenslotte de
beste twee allrounders van de laatste vijf jaar."
De statistieken leren echter dat het geen wet van Meden en Perzen is dat de nationaal kampioen ook gekroond wordt tot Europa's beste op de grote vierkamp. Sinds 1960 grepen slechts zeven Nederlanders deze 'dubbel': Kees Verkerk (1967), Ard Schenk ('70), Hilbert van der Duim ('83 en '84), Hein Vergeer ('86), Leo Visser ('89), Falko Zandstra ('92 en '93) en Ritsma ('96). Wat Mueller betreft wordt de naam van Romme volgende maand in het Vikingschip evenwel aan dit illustere rijtje toegevoegd.
"Dit was niet perfect. Verre van dat, zelfs. Oké, zijn 500 meter was goed, de vijf en tien kilometer solide, maar op die 1500 meter viel een hoop aan te merken. Gianni dacht na die eerste dag dat hij alleen nog maar zijn schaatsen aan hoefde te trekken om hard te kunnen rijden. Maar zo werkt het niet. Hij staat nu weer met beide benen op de grond en weet dat je voor elke afstand geconcentreerd aan de start moet verschijnen."
Het maakt allemaal deel uit van het leerproces, aldus Mueller. "Want
eigenlijk is hij nog maar een nieuwkomer. Althans, in deze discipline.
Maar hij is leergierig als een kind. Geef hem nog even de tijd. Geloof
me, het kan allemaal nog beter. Véél beter zelfs."
Mannen |
Naam |
Punten |
500
m. |
5000
m. |
1500
m. |
10.000
m. |
Romme |
158.652 |
38,36 |
6.39,22 |
1.54,62 |
14.03,28 |
Ritsma |
159,045 |
37,30 |
6.46,10 |
1.53,29 |
14.27,44 |
Postma |
159,543 |
37,51 |
6.50,04 |
1.52,05 |
14.33,58 |
Janmaat |
160,158 |
38,47 |
6.46,52 |
1.54,57 |
14.16,93 |
Uytdehaage |
160,586 |
38,35 |
6.47,17 |
1.56,53 |
14.13,52 |
Tuitert |
161,498 |
38,33 |
6.51,46 |
1.55,24 |
14.32,18 |
V.d.
Rijst |
162,203 |
38,06 |
6.56,73 |
1.54,60 |
14.45,41 |
Van
der Gun |
162,910 |
38,44 |
6.55,53 |
1.57,23 |
14.36,82 |
Vrouwen |
Naam |
Punten |
500m. |
3000
m. |
1500
m. |
5000
m. |
Groenewold |
170,984 |
41,81 |
4.15,13 |
2.03,87 |
7.33,63 |
De
Jong |
171,657 |
40,83 |
4.17,42 |
2.05,47 |
7.41,01 |
Thomas |
173,077 |
40,79 |
4.21,94 |
2.03,93 |
7.53,21 |
Wijsman |
174,274 |
41,16 |
4.25,45 |
2.06,04 |
7.48,60 |
Straathof |
174,632 |
41,75 |
4.25,46 |
2.05,59 |
7.47,76 |
Vis |
174,639 |
42,30 |
4.23,67 |
2.07,06 |
7.40,41 |
|
|