Inge de Bruijn was nagenoeg in dezelfde vorm als in Istanboel bij de EK en dus uitermate tevreden over haar eerste Nederlandse optreden na wederom drie maanden zeer zware training in de Verenigde Staten. In die periode kwam zij alleen aan de start bij World-Cupwedstrijden en liet op aandringen van haar Amerikaanse trainer Paul Bergen de EK kortebaan van vorige week in Lissabon schieten.

"Hij wil dat ik me volledig concentreer op Sydney en vindt het kortebaanwerk niet passen. Hier in Eindhoven moest ik me zeker stellen van een ticket en dat is gelukt." Met die zekerheid op zak en de laatste aanwijzingen van trainer en vriend Jacco Verhaeren deed de Europese zwemster van het jaar een poging om het wereldrecord van de Zweedse Kammerling (26.29) terug te pakken. Dat mislukte in het zicht van de finish, maar de 26.47 toverde toch een tevreden glimlach op haar gezicht, omdat "het technisch perfect liep."

Dat gold ook voor Marcel Wouda. Het reizen naar Texas en Lissabon was dan wel een zware opgave, de vorm van de Europese kampioen leek er niet door aangetast. Op de 200 meter wisselslag won hij zonder tegenstand in 2.02,08 en dat was een prima voorbereiding op de 100 meter schoolslag een uurtje later. Ondanks een valse start kon de 27-jarige zwemmer genoeg concentratie opbrengen om vooral technisch goed te blijven zwemmen en grip op het water te houden. Met 1.02,45 was hij 0,05 seconde sneller dan anderhalf jaar geleden in hetzelfde bad, was bovendien sneller dan de OS-limiet en bracht bovendien EK-finalist Benno Kuipers een gevoelige nederlaag toe.