De zaak S. betreft één van de grootste oplichtingszaken
uit de geschiedenis van het Nederlands strafrecht. Na een eerdere veroordeling
voor vergelijkbare delicten in de VS bestuurde Don Friedrich sinds 1992
vanuit een kantoor aan de chique Apollolaan in Amsterdam een web aan vennootschappen.
Hij deed onder meer 'zaken' in Panama, Rusland en het belastingparadijs
Jersey. S. goochelde met honderden miljoenen dollars alsof het niets was.
De immens grote bedragen verblindden zijn slachtoffers, die vervolgens
in goed vertrouwen soms tientallen miljoenen guldens op de rekeningen
van S. stortten. Geld dat hij rechtstreeks in zijn eigen zakken stopte,
bleek pas veel later.
Om de wirwar van malversaties rond Don Friedrich te ontrafelen heeft
justitie wereldwijd een groot aantal getuigen gehoord. Onder meer werd
de voormalige Panamese minister van volkshuisvesting Sanchez Cardenas
gehoord, maar ook Russische zakenlieden en directeuren van onder meer
de Commerzbank, ABN Amro en de Rabobank. En natuurlijk zijn slachtoffers:
onder meer een puissant rijke Duitser die door F. maar liefst $17,6 miljoen
(ruim 35 miljoen) lichter werd gemaakt. En een Rus, die nog eens
zo'n $8 miljoen (ruim 15 miljoen) zag verdwijnen. Volgens de latere
verklaringen van deze gedupeerde betrof dat geld uit de staatskas van
de Russische Federatie.
Enerzijds waren de escapades van de in Duitsland geboren F. geniaal,
anderzijds bleek de uitvoering meerdere malen ronduit amateuristisch.
Met knip- en plakwerk werden briefhoofden van grote en kleinere banken
boven valse faxen en brieven gezet, zo verklaarden oud-secretaresses van
F. Justitie trof bij de inval in het kantoor van S. een nagemaakte fax
van de Bank Banaico waarop te lezen viel dat de oplichter overboekingen
tegemoet kon zien van respectievelijk $120.000.000, $79.000.000 en nog
eens $18.102.827. Een kopie van die fax gebruikte S. om zijn slachtoffers
te imponeren.
Overigens bleek tijdens het onderzoek dat Bank Banaico nauwelijks iets
voorstelde. De balans van deze 'financiële instelling' uit Panama
was volgens justitie zelfs "lachwekkend". Wellicht om die reden maakte
Don Friedrich ook gebruik van klinkender namen: in een projectplan voor
een olie-installatie in Panama vond justitie een document dat schijnbaar
afkomstig was van de Amerikaanse Fidelity Bank. Het vervalsde stuk bevestigde
dat S. $250 miljoen beschikbaar had voor investeringen in dat project.
De vervalste brieven moesten investeerders overhalen hun geld ook op
de rekeningen van de in Duitsland geboren S. te storten. Zij zouden dan
kunnen participeren in uiterst lucratieve projecten, zoals de handel in
obligaties, de bouw van grote hoeveelheden sociale woningen in de Panamese
binnenlanden of de bouw van milieu-installaties in datzelfde land. Ook
zette S. fictieve transacties op, waarin voor $100 miljoen aan roebels
zou worden omgewisseld. Geen van de projecten of transacties van de meesteroplichter
zijn ooit verder gekomen dan het papieren stadium, voorzien van uitgeknipte
en opgeplakte briefhoofden en handtekeningen door topbanken.
Bij een van zijn 'projecten' bood S. onvoorstelbaar grote partijen
obligaties van de Bayerische Landesbank Girozentrale aan tegen prijzen
die ver onder de marktwaarde lagen (89 tot 94% van de nominale waarde).
Het ging daarbij om bedragen van 100 tot 200 miljoen dollar. Een deskundige
daarover: "Dat zijn prijzen die in het normale handelsverkeer ondenkbaar
zijn. Het is een prijs voor gestolen stukken". Volgens verklaringen van
getuigen had Don Friedrich jan en alleman verteld over een pakket van
in totaal $500 miljoen te beschikken. Controle door justitie achteraf
wees uit dat er weliswaar obligaties waren uitgegeven door die Duitse
bank, maar dat de nummering niet overeenkwam met de waardestukken van
S. De obligaties bleken vals.
Don Friedrich volgde bij zijn praktijken steeds dezelfde werkwijze. Eerst
werd een vertrouwensrelatie opgebouwd met de 'cliënt' waarbij hij
zich meer dan eens voordeed als gediplomeerd vermogensbeheerder of officieel
vertegenwoordiger van de Panamese regering. Hij ondersteunde deze poppenkast
door grote en gulle uitgaven te doen en door enorme bedragen te tonen
op gefingeerde bankafschriften. Onder meer ging S. er prat op het vermogensbeheer
te doen voor de Panamese ex-legerleider Manuel Noriega. Uiteindelijk bleken
de verhalen van de meesteroplichter stuk voor stuk luchtkastelen te zijn.
Van al het geld dat S. op duistere wijze bijeen sprokkelde leefde de
oplichter goed. Hij zorgde ervoor dat zijn vrouw en kinderen niets tekort
kwamen. Via een opgekochte bv investeerde hij onder meer in huizen voor
zijn kinderen. Via een ander bedrijf, Ambershade uit Jersey, verwierf
hij voor 6 miljoen mark een kapitaal jacht en via weer andere vennootschappen
kregen de bedrijven van zijn zoons goedkope leningen aangereikt. Zo wist
de inmiddels bejaarde S. in korte tijd meer dan 10 miljoen op te
maken.
Alle gelden vloeiden via duistere vennootschappen, waarvan de begunstigde
slechts met zeer veel moeite was te achterhalen. Uiteindelijk bleek steeds
oplichter S. zich schuil te houden achter die bedrijven met illustere
namen als Colon Impex (Panama), de Onroerend Goed Maatschappij Gooi- en
Eemland (Amsterdam), Hafri Trust (Jersey), Ambershade Ltd (Jersey) en
Proteinas del Pacifico (Panama).
S. schermde zijn eigen identiteit niet alleen af via de wirwar aan vennootschappen,
maar ook door zijn vrouw en mede-verdachte Hannelore H. steeds als directeur
van die bedrijven in te schrijven. Zo mocht zij voor een maandvergoeding
van 3.000 alle handtekeningen zetten voor de vastgoedmaatschappij
Gooi- en Eemland. Ook andere mensen, onder meer een advocaat, werden door
S. gebruikt als stroman en 'bliksemafleider'.
Uiteindelijk liep Don Friedrich op 11 april 1997 tegen de lamp. Justitie
had toen al sinds 1994 verzoeken om informatie gekregen van buitenlandse
autoriteiten. Naar aanleiding daarvan en door enkele meldingen van ongebruikelijke
transacties werd in maart 1996 een voorbereidend onderzoek gestart. Na
in april 1997 opgepakt te zijn, kwam hij in juni 1997 weer vrij. In februari
1998 werd hij echter weer achter de tralies gezet omdat hij zich niet
aan de voorwaarden voor zijn vrijlating had gehouden. In de tussentijd
had Don Friedrich opnieuw iemand opgelicht.