Bouwen en verbouwen wordt vanaf 1 januari duurder door een nieuwe
belastingmaatregel, waardoor voor aannemers het storten en verbranden
van afval drastisch in kosten omhoog gaat.
Voor bepaalde afvalmaterialen worden de kosten zelfs bijna vijf maal
zo hoog. Volgens een woordvoerder van de Nederlandse Vereniging van Ondernemers
in de Bouwnijverheid (NVOB) is het onvermijdelijk dat de aannemersbedrijven
hun kosten gaan doorberekenen aan hun klanten. De brancheorganisatie heeft
haar 4300 leden inmiddels ingelicht over de tariefexplosie.
Met de nieuwe fiscale regeling komt het verschil tussen brandbaar
en niet-brandbaar bouwafval te vervallen. De heffing komt bovenop de bestaande
tarieven. Hierdoor wordt het storten van brandbaar afval van 29,81
per ton verhoogd naar 141,66 en per 1 januari 2001 zelfs naar 166,66.
Deze prijzen gelden dan ook voor niet-brandbaar afval, waarvoor nu een
'dumpprijs' van 35,74 geldt.
Volgens A. Schuurs, secretaris bouwproces van de NVOB, is nog onduidelijk
wat de financiële gevolgen zullen zijn voor de klant van de bouwonderneming:
"Wat er per saldo meer zal moeten worden betaald, is nog onbekend, maar
het is duidelijk dat de kosten uiteindelijk worden doorgeschoven naar
de opdrachtgever."
Schuurs laat weten dat er bij met name een verbouwing van een bestaand
pand het tonnage fiks wil oplopen: "Wanneer je nagaat dat een kuub puin
goed is voor zo'n 1500 tot 2000 kilo, gaat het al snel om aardig wat tonnen
afval."
De heffing is door het ministerie van Financiën opgelegd om de hoeveelheid
niet-herbruikbaar afval terug te dringen. Daarom wordt de aannemer onder
meer aangespoord zuiniger met bouwmateriaal om te springen en meer gebruik
te maken van duurzame materialen.