'Fregatorder mislukt
door Neelie Kroes'
Van onze verslaggevers
AMSTERDAM, zaterdag
Neelie Kroes, echtgenote van minister van Binnenlandse Zaken Bram
Peper, is door een topambtenaar ervan beticht een miljardenopdracht voor
het Nederlandse bedrijfsleven in de Verenigde Arabische Emiraten te hebben
laten mislukken.
Dat blijkt uit een "zeer geheime" brief van de toenmalige Nederlandse
ambassadeur in Abu Dhabi, mr. Ronald Mollinger, aan de secretaris-generaal
van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
In de brief wordt gesuggereerd dat Neelie Kroes "persoonlijke
belangen" heeft laten voorgaan boven de belangen van het bedrijfsleven.
Kroes ontkende gisteravond echter alle beschuldigingen: "Alles wat ik
gedaan heb, kan het daglicht velen." De brief is onthuld in het tv-programma
Nova.
Consortium
Het ging om de levering van zes nieuwe en twee oude marinefregatten,
alsmede de bouw van een marinehaven in de Emiraten. Kroes, die toen al
president was van Universiteit Nijenrode, leidde op verzoek van de bedrijven
het consortium dat bestond uit de werf Koninklijke Schelde, Hollandse
Signaal Apparaten, Ballast Nedam en het Havenbedrijf Rotterdam.
Uiteindelijk ging slechts een klein gedeelte van de deal door, namelijk
de levering van twee overtollige marinefregatten. De totale order ter
waarde van enkele miljarden guldens zou de redding zijn geweest van werf
Koninklijke Schelde. Deze werf zit nu in ernstige financiële moeilijkheden.
Volgens Mollinger hebben de Arabieren de order grotendeels afgeblazen,
omdat Kroes in de laatste fase van de onderhandelingen volstrekt onverwachts
een kennis van haar en haar echtgenoot naar voren schoof.
Deze kennis, topman J.N.A. van Caldenborgh van het Rotterdamse
bedrijf Caldic, moest de ingewikkelde transactie tussen de Nederlandse
bedrijven en de Emiraten uitvoeren en eiste daarvoor een provisie van
0,8 procent van de aanneemsom. "Dat komt alleen al voor de schepen neer
op 10 miljoen gulden", aldus Mollinger.
Achterdocht
In zijn brief van 19 september 1994 stelt Mollinger dat "de plotselinge
lancering van de heer Van Caldenborgh door mevrouw Kroes bij de opdrachtgever
de nodige achterdocht heeft gewekt en daardoor het vertrouwen in het Nederlandse
aanbod heeft geschaad."
Verderop benadrukt Mollinger dat de Arabieren de indruk hebben gekregen
dat "de voorzitter van het consortium" (Kroes - red.) persoonlijke belangen
bij de deal heeft gehad. Dit bedreigt de geloofwaardigheid van en het
vertrouwen in het consortium, aldus Mollinger.
Kroes ontkent de aantijgingen van de ambassadeur "ten stelligste." "Ik
heb nooit een cent voor mijn werk voor dat consortium gevraagd of gekregen",
aldus Kroes.
"De bedrijven hadden mij gevraagd om het consortium te leiden. Aangezien
ik als minister van Verkeer en Waterstaat mij altijd in het buitenland
heb ingezet voor het Nederlandse bedrijfsleven, heb ik zonder meer 'ja'
gezegd."
Gaandeweg de onderhandelingen bleek volgens Kroes dat
het consortium "op twee paarden wedde." De bedrijven schoven een buitenlandse
adviseur naar voren, die naast Kroes met de Emiraten moest onderhandelen.
Eigenbelang
"Deze man had een zeer groot eigenbelang bij het slagen van de overeenkomst",
aldus Kroes. "Hij had een eigen agenda en een eigen portemonnee. Dat beviel
mij absoluut niet. Dat is niet mijn manier van werken. Ik sta voor integriteit."
Daarom besloot Kroes zich terug te trekken als voorzitter van het consortium.
"Voor de rest heb ik niets meer met het verloop van de onderhandelingen
te maken gehad."
Kroes ontkent dat zij en Peper Caldic-topman Van Caldenborgh naar
voren hebben geschoven, zoals de ambassadeur beweert. "Dit speelde toentertijd
absoluut geen rol. De Arabieren zijn ook niet kwaad op mij geworden. Met
een aantal van hen ben ik nog steeds goed bevriend."
|