ZWIJNDRECHT, woensdag - Bij het horen van de woorden 'Belastingstelsel
2001' lopen Walter van der Boor de rillingen over de rug. Een vlugge rekensom
leert hem namelijk dat hij er in het nieuwe fiscale stelsel netto maar liefst
ruim 14.000 gulden per jaar, ofwel 1166 per maand, op achteruit
gaat. Daarmee mag Van der Boor zich de officieuze titel 'meest gedupeerde
Nederlander' van de fiscale revolutie aanmeten.
Zwijndrechtenaar Van der Boor werkt voor een Italiaanse groothandel in de optiekbranche. De Italianen zijn in vrijwel alle Europese landen actief met agenten die zelfstandig ondernemer zijn. Deze agenten werken exclusief voor dit bedrijf.
In Nederland is het echter vrijwel onmogelijk als zelfstandig ondernemer
te boek te staan indien er maar één opdrachtgever is. De
fiscus en de uitvoeringsinstellingen voor de werknemersverzekeringen (zoals
het GAK) stellen dat er in zo'n geval sprake is van een fictieve dienstbetrekking.
De agent heeft dan geen recht op allerlei fiscale ondernemersfaciliteiten.
Bovendien legt het GAK bij de werkgever een rekening neer voor de werknemerspremies.
Daarom is Van der Boor noodgedwongen in dienst getreden van het Italiaanse
bedrijf. Hij krijgt keurig een salaris, waarover in Nederland belastingen
en premies worden betaald. Maar alle beroepskosten die hij maakt, komen
voor eigen rekening. De Italianen behandelen hem wat dat betreft net zo
als de zelfstandige agenten die zij in andere landen hebben.
Grote onkostenlijst
De lijst van onkosten van Van der Boor is groot. Benzinegeld, verzekeringen, parkeergeld, afschrijvingen, mobiele-telefoonkosten en kantooruitgaven lopen jaarlijks op tot een bedrag van gemiddeld 34.500. Hij trekt bij zijn belastingaangifte dit gehele bedrag aan beroepskosten af, tegen een tarief van ruim 37%. Zo 'betaalt' de fiscus 12.782 mee. De overige 19.618 van de onkosten neemt Van der Boor voor eigen rekening.
"Omdat ik al mijn kosten kan verantwoorden, heeft de Belastingdienst
deze aftrekpost tot nu toe geaccepteerd", vertelt Van der Boor. Maar in
2001 wordt de werkelijke aftrek van beroepskosten voor werknemers volledig
geschrapt. In ruil daarvoor gaan de belastingtarieven omlaag en komen
er een heffingskorting en een arbeidskorting.
Echter, deze maatregelen kunnen het verlies van de grote aftrekpost die Van der Boor tot nog toe heeft, bij lange na niet compenseren. In plaats van de 19.618 die hij nu zelf betaalt aan zijn beroepskosten, moet hij vanaf 2001 het volle pond, ofwel 34.500, ophoesten. Dat is 14.882 meer dan nu.
Waarschijnlijk gaat hij er, door de verlaging van de belastingtarieven, per saldo minder op achteruit dan deze 14.882. Maar de schade blijft wel vele duizenden guldens per jaar, zo realiseert Van der Boor zich. "Dan zal ik mijn huis moeten verkopen of een andere baan moeten zoeken", aldus een wanhopige Van der Boor.
"Ik krijg mijn werkgever niet zo ver dat hij al mijn onkosten gaat vergoeden", vervolgt hij. "Volgens mijn baas is het een zaak tussen de Nederlandse wetgever en Nederlandse belastingbetalers, waar hij zich niet mee bemoeit. Ik heb helemaal niet de behoefte mijn werkgever in een kwaad daglicht te stellen, want verder zijn er geen problemen. En ik vind mijn baan erg leuk. Ook bij andere organisaties, zoals de vakbonden, kreeg ik geen gehoor."