De ruzie over het moslimgebed op het openbare Calandlyceum in Amsterdam heeft niets met geloof te maken, vinden de protestantse schoolbesturen. Volgens de Besturenraad PCO is het gebrek aan duidelijke afspraken de oorzaak van alle tumult.

Scholen zouden leerlingen en hun ouders vanaf het begin de huisregels duidelijk moeten maken. "We merken dat scholen die een helder beleid voeren over wat is toegestaan, deze problemen niet kennen", zegt Grada Huis namens de Besturenraad, waarbij ongeveer eenderde van alle scholen is aangesloten.

"Op protestantse scholen zijn veel moslims te vinden. Maar van onenigheid over het bidden van moslims hebben wij nog nooit gehoord", aldus mevrouw Huis. Op veel protestantse scholen is het geen probleem: "Sommige van onze scholen bestaan voor 90 à 95 procent uit moslims. Moet je bidden dan verbieden?"

Ook scholen met minder moslims zullen het gebed niet toestaan, evenmin als hoofddoekjes, erkent Huis: "Dat staat de besturen vrij, als ze dat maar aan iedereen duidelijk maken."

Rector P. Dorsman van het Calandlyceum vindt in ieder geval dat biddende leerlingen niet op een openbare school passen. Maar Forum, het instituut voor multiculturele ontwikkeling, vindt een verbod onverstandig. Voor het instituut staat voorop dat de lessen er niet door worden gestoord.

Op het Calandlyceum gaat het om bidden in de pauzes. Toch vindt Dorsman dat leerlingen hun geloof in hun eigen tijd en niet op school moeten uitdragen.

De Algemene Onderwijsbond, van oorsprong de bond voor het openbaar onderwijs, ziet echter geen bezwaren. Volgens de bond, met meer dan 70.000 leden, betekent het predikaat 'openbaar' juist dat de school openstaat voor iedereen, van welke levensinstelling of geloofsrichting dan ook.