Een olievlek van ruim een kilometer bij 250 meter bedreigt de kust van Bretagne in West-Frankrijk, nadat gisterochtend vijftig kilometer ten zuiden van Penmarch een Malteser tanker met aan boord 30.000 ton olie in zwaar weer doormidden brak. De 26 opvarenden konden met Franse en Britse helikopters worden gered.

Volgens de autoriteiten in de havenstad Brest is er geen direct gevaar voor het milieu, omdat de olievlek naar open zee is gedreven. Als de wind draait, kan de olie echter binnen twee dagen de Bretonse kust bereiken.

De schipbreuk gebeurde zondagochtend rond zes uur. Door de zware storm, met windstoten van meer dan 120 kilometer per uur en acht meter hoge golven, ondervond de reddingsoperatie aanvankelijk veel hinder.

Nadat de opvarenden eenmaal in veiligheid waren gesteld, trok een sleepboot een deel van het doormidden gebroken schip, van waaruit de meeste olie lekte, naar open zee. Een andere sleepboot bestreed de olievlek met chemicaliën.

Het Franse ministerie van Transport heeft een onderzoek gelast naar de schipbreuk van de Malteser olietanker Erika. Volgens geruchten zou het 180 meter lange schip al eerder technische problemen hebben gehad.

De milieuorganisatie Greenpeace riep naar aanleiding van het incident op tot een betere controle op schepen met een gevaarlijke lading. De organisatie wil dat schepen worden uitgerust met een zwarte doos, zoals in vliegtuigen al jaren verplicht is. Het Franse ministerie van Verkeer heeft een onderzoek ingesteld naar het ongeluk.