Terwijl president Boris Jeltsin gisteren in het Kremlin te midden van honderden genodigden een glas rode wijn hief ter ere van de 'Dag van de Grondwet', kregen de inwoners van Grozny extra tijd om de belegerde Tsjetsjeense hoofdstad te verlaten.

Het 'vertrek-of-sterf' ultimatum dat Moskou de naar schatting 40.000 in Grozny achtergebleven inwoners vorige week stelde, liep dit weekeinde zonder gevolgen af. Maar het was gisteravond nog onduidelijk wat er nu verder volgt.

Volgens de Russische minister van Noodsituaties, Sergej Sjoigoe, heeft het ultimatum nooit gegolden voor de burgers van Grozny en staat het hen vrij om via zes vluchtwegen de stad te verlaten. Andere bronnen spraken slechts van het uitstellen van de bombardementen voor korte tijd. Intussen beweren Russische media dat er paniek onder de Tsjetsjeense opstandelingen is uitgebroken en dat sommigen van hen de stad proberen te ontvluchten.

De door de moslimrellen benoemde burgemeester van de Tsjetsjeense hoofdstad, Lecha Doiedajev, beschuldigde Sjoigoe van hypocrisie en populisme met het het oog op de Russische parlementsverkiezingen van aanstaande zondag. "De mensen sterven van verwondingen, koude en honger. Ze vertrekken niet, simpelweg omdat de aanvallen op de stad nog steeds doorgaan." Het gros van de inwoners in de al goeddeels in puin liggende hoofdstad leeft in bunkers en kelders en is wellicht niet eens op de hoogte van het door Moskou gestelde ultimatum.

Boris Jeltsin, die de Tsjetsjeense campagne feitelijk heeft overgelaten aan premier Vladimir Poetin, bezwoer gisteren op het Kremlin nogmaals dat hij de islamitische rebellen zou vernietigen. "Onder het mom van nationale en religieuze onafhankelijkheid hebben de rebellen geprobeerd om de middeleeuwse barbarij te laten herleven. Daarom moeten wij recht en orde in Tsjetsjenië herstellen."

In het kielzog van de Tsjetsjeense oorlog wordt in de Russische media een onfrisse verkiezingsoorlog gevoerd. Het commerciële en anti-Kremlin gezinde tv-kanaal NTV zond gisteravond een item uit over Jeltsins dochter, Tatjana Djatsjenko, die in het Zuid-Franse Antibes een kasteel zou hebben gekocht van twintig miljoen gulden.