Een van de adviezen luidt dat gemeenten ervoor moeten zorgen dat er tenminste één huisarts, één apotheek, één tandarts en één verloskundige een portofoon moeten hebben, zodat direct met politie, ambulancedienst en brandweer kan worden gecommuniceerd. Tenminste één plaatselijke apotheek en één tandarts per gemeente zouden van noodstroom moeten worden voorzien.

Ook moet er volgens NIBRA rekening worden gehouden met "een verstoring van en opeenvolgende overbelasting in het betalingsverkeer van circa twee weken".

Inmiddels is uit de laatste voortgangsrapportage van het ministerie van Binnenlandse Zaken gebleken dat slechts 40 procent van de gemeenten een noodplan heeft opgesteld. Dit lage resultaat is volgens Binnenlandse Zaken te verklaren uit het feit dat "een aantal gemeenten moeite heeft met deze voor hen nieuwe activiteit".

Volgens de VNG is het ontbreken van noodplannen "geen onoverkomelijk probleem". "Belangrijk is dat de gemeenten hun burgers voldoende over mogelijke problemen hebben voorgelicht", aldus VNG-woordvoerder Goulooze. "Naar onze inschatting heeft inmiddels 95 procent van de gemeenten hun burgers naar behoren geïnformeerd."

Volgens NIBRA-directeur P.J.P.M. van Lochum zijn veel gemeenten niet overgegaan tot het opstellen van een noodplan omdat "vooral op provinciaal niveau voldoende zaken zijn geregeld".