SCHIEDAM, woensdag
IHC Caland verwacht van de politiek dat zij regels opstelt voor leveranties aan landen die de mensenrechten schenden. Aanleiding voor de opmerking vormen de vragen die het Tweede-Kamerlid Koenders (PvdA) heeft gesteld over de levering van een snijkopzuiger aan de militaire junta in Myanmar, het vroegere Birma.
President-directeur C. de Ruyter van IHC Caland zegt dat er binnen de
directie van zijn bedrijf nog nooit zolang is "gediscussieerd en gefilosofeerd"
over een leverantie als nu het geval was. "Bovendien gaat het in tegenstelling
tot eerdere leveranties om een relatief kleine opdracht, van enkele miljoenen
guldens. Deze levering wordt cash betaald en kan onmogelijk voor schendingen
van de mensenrechten worden gebruikt."
De Ruyter heeft een uitgesproken mening over het militaire regime: "Dat behoort tot de meest bekritiseerde ter wereld, daarover geen twijfel. Maar als er nationaal noch internationaal duidelijke regels zijn, waar moeten wij ons dan aan houden? Een politiek signaal - bijvoorkeur van de VN of Europa - zouden wij serieus nemen, zeer serieus."
Het baggerwerktuig wordt geleverd door IHC Holland, een dochter van het
Schiedamse bedrijf. Kamerlid Koenders wil van minister Van Aartsen (Buitenlandse
Zaken) en staatssecretaris Ybema (Economische Zaken) weten in hoeverre
de verkoop aan Myanmar strijdig is met de (inter-)nationale regels. Bovendien
vraagt de PvdA'er of er mogelijkheden zijn om IHC Holland aan te spreken
op de levering aan de militaire junta. Al jarenlang zeggen mensenrechtenorganisaties
dat het regime mensen martelt en liquideert.