De Europese Unie zal in een topontmoeting te Helsinki eind deze week de belangrijke beslissing moeten nemen of Turkije kandidaat wordt voor het lidmaatschap van de EU. De meeste landen lijken er wat voor te voelen.
Landen als Nederland, Duitsland en Groot-Brittannië hebben zich
al positief over de kandidatuur uitgelaten. De relatie van Turkije met
de oude aartsrivaal Griekenland, dat altijd een veto uitsprak tegen een
dergelijk lidmaatschap is de laatste tijd bovendien sterk verbeterd.
Een overgrote meerderheid van de Turken wil aansluiting bij de EU. Maar bij de eventuele kandidatuur van Turkije kunnen een aantal kanttekeningen worden gezet. Nog geen vijf procent van het Turkse grondgebied ligt daadwerkelijk in Europa. Verder is Turkije in tegenstelling tot de 'christelijke' EU een land waar 99 procent van de bevolking moslim is.
Turkije zal bovendien, met ruim 65 miljoen inwoners en een sterke bevolkingsgroei, na Duitsland het grootste EU-land zijn en naar verhouding dus een groot gewicht in Brussel en Straatsburg krijgen. En dan speelt natuurlijk de slechte naam die Turkije heeft op het gebied van de handhaving van de mensenrechten een belangrijke rol.
Een van de organen die de afgelopen tijd in Europa sterk heeft gelobbyd voor de Turkse kandidatuur, is de Turkse organisatie voor zakenlieden en industriëlen Tüsiad. Voorzitter Yucaoglu legt uit waarom volgens hem Turkije een historische band heeft met Europa.
"Allereerst hebben we door middel van het NAVO-lidmaatschap 50 jaar lang bijgedragen aan de verdediging en de veiligheid van Europa. Verder heeft Turkije een vrije-markteconomie, al veel langer dan de Oost-Europese landen. Bovendien hadden we in 1963 al een verdrag met de Europese Unie getekend", aldus Yucaoglu. "Daarom was de beslissing in Luxemburg twee jaar geleden om ons niet als kandidaat te laten toetreden, een grote teleurstelling."
De grootste kritiek op Turkije betreft altijd de gebrekkige handhaving van de mensenrechten. Volgens Yucaoglu komt dat door de omstandigheden. "Als de Koerdische terroristische organisatie PKK er niet was geweest, had dat probleem nauwelijks bestaan. De PKK begon op een gegeven moment met aanslagen. In dat geval ontstaat er een situatie waarin mensenrechten gemakkelijker geschonden kunnen worden."
Maar de Turkse mensenrechtenorganisatie IHD stapt daar niet zo makkelijk over heen. "De Turkse politie foltert regelmatig mensen wegens hun mening", aldus een woordvoerder. "In het afgelopen half jaar zijn er acht mensen door foltering omgekomen. Vooral Koerden zijn vaak het slachtoffer. Meer dan 3000 Koerdische dorpen zijn vernietigd. De inwoners werden gedwongen om te vertrekken. Vaak verdwijnen Koerden spoorloos."
Niet alle Turken zijn even gelukkig met het kritische werk van de mensenrechtenorganisatie IHD. Acht omcirkelde kogelgaten 'sieren' een deur binnen het gebouw. "Die zijn nog van verleden jaar, toen er een aanslag op onze vorige voorzitter werd gepleegd", vertelt de woordvoerder bitter.
"Verleden week kwamen hier ruim tien fascisten de boel kort en klein slaan. Het was de dag dat het Hof van Ankara de doodstraf tegen PKK-leider Öcalan had bevestigd. Dat wilden ze op die manier vieren. Onze nieuwe voorzitter werd in elkaar geslagen. De politie, die met ze was meegekomen, stond erbij en keek ernaar. De volgende dag zagen we twee van hen trots op de televisie vertellen hoe en waarom ze het gedaan hadden. Ze zijn niet eens gearresteerd."
"Tja, dat is nou Turkije", zegt politicoloog Aygün Keser verslagen. Als vice-voorzitter van het Friedrich Naumann Instituut wil hij het liberalisme in het land stimuleren.
"Turkije heeft nog zeker twintig jaar nodig om aan de eisen van de
EU te voldoen. Men moet democratischer worden en meer individuele rechten
accepteren. Hier bestaat de mythe van de sterke staat, een traditie uit
de Ottomaanse tijd. We moeten een open maatschappij worden en kritiek
leren accepteren. Van Europa kunnen we nog veel leren."