In meer dan 56 gebieden branden vuren die op sommige plekken tot dicht aan de grondoppervlakte reiken. De giftige gassen die daarbij worden uitgestoten, zoals koolmonoxide, zwaveldioxide en stikstofdioxide tasten de volksgezondheid en het milieu aan.

Onderzoeken hebben uitgewezen dat de bevolking in de getroffen gebieden meer last heeft van luchtwegen, maag en darmen dan elders in China. Ook komt er vaker kanker voor.

Volgens een Chinese studie verbrandt er jaarlijkst tussen de tien en dertien miljoen ton kolen. De regering heeft tientallen jaren geen aandacht aan het probleem besteed. "Vroeger vond China het niet noodzakelijk de branden te blussen omdat men dacht dat er genoeg kolenvoorraden onder de grond lagen", aldus Tan Yongjie, de ingenieur die de leiding had over de studie.

Maar sinds de wereldmilieuconferentie in Rio de Janeiro in 1992, is ook China de dreiging van de branden in gaan zien. Sindsdien is er steeds meer aandacht besteed aan de economische schade van de ondergrondse vuurhaarden en heeft Peking geld opzij gezet voor een grootscheepse blusoperatie.