Voorpagina
Nieuwsarchief
Xtra
El Cheapo
NieuwsLink
NieuwsFocus
Vacatures
Auto
Weer
QuickLink
Reageer!
Huizen
NetMail
ChatWeb
Interman
Veilinghal
Privé
Siteshopper
 &referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT=""> [Nederland]
[Buitenland]
[Telesport]
[De Financiële Telegraaf]
[Nederland]
 
 

maandag
6 december 1999
 

[ABN AMRO]
[TopCarrieres]
[Matranortel]
[Postbank]
[Veilinghal]
[PC Thuis]
[BOL]
[EUBOS.NL]
[V & L informatica]

Buitenland blijft azen op
Nederlandse watermarkt

door Marjan van Beuningen en Cindy Cloïn - NIJMEGEN, zaterdag

Nu minister Pronk (Milieu) heeft besloten om de Nederlandse drinkwatersector niet aan de vrije markt over te dragen, leunen de nutsbedrijven gerustgesteld achterover. Maar internationale ontwikkelingen gaan zwaar op die beslissing drukken en dat kan er toe leiden dat het in de toekomst wordt herzien. De drinkwaterbedrijven zouden er goed aan doen zich toch op internationalisatie voor te bereiden. Dat is de conclusie van een rapport van de wetenschapswinkel economie van de Rijksuniversiteit Groningen.

In tegenstelling tot de rest van de energiesector heeft de Tweede Kamer besloten de drinkwatervoorziening niet aan de marktwerking bloot te stellen. Volgens Pronk is de volksgezondheid in het geding en zal drinkwater dus niet worden overgelaten aan de wereld van het grote geld. Zijn standpunt is dat de drinkwaterkwaliteit tegen een aanvaardbare prijs het beste wordt geleverd door een overheidsbedrijf. De Nederlandse watersector is georganiseerd in NV's die in handen zijn van de overheid.

Als het aan het kabinet ligt wordt de markt voor industriële grootverbruikers wel vrijgegeven. Dat betekent dat een bedrijf dat meer dan 100.000 kubieke meter water per jaar verbruikt, niet langer water hoeft te betrekken van het eigen regionale waterbedrijf. Een bedrijf mag een contract sluiten met een waterleverancier in een andere provincie.

Op het onderscheid dat wordt gemaakt tussen drinkwater en industrieel water begint volgens F. Sijtsma, verbonden aan de wetenschapswinkel, de schoen al te wringen. "Waterbedrijven mogen op de industriële watertak dus wel met elkaar concurreren en wellicht ook internationaal naar schaalvergroting zoeken. Dat levert onvermijdelijk spanning op met de drinkwatertak, waar dat alles nu niet mag."

Daarnaast speelt volgens Sijtsma ook de Europese regelgeving een rol. In de kaderrichtlijn water van de Europese Unie is bepaald dat Europa wordt verdeeld in stroomgebieden. Dat betekent dat landen niet langer alleen verantwoordelijk zijn voor de eigen waterhuishouding, maar de internationale rivieren gezamenlijk moeten gaan beheren. Daarmee wordt de internationalisering in feite al in gang gezet.

De Nederlandse bedrijven komen hierdoor straks aan tafel te zitten met Franse en Engelse waterbedrijven en in deze landen is de sector wel op één of andere manier geliberaliseerd. "Genoeg redenen dus, om je af te vragen of de beslissing van Pronk wel stand kan houden", aldus Sijtsma.

In de Nederlandse watersector vindt al geruime tijd schaalvergroting plaats. Tien jaar geleden waren er nog zo'n 200 waterleidingbedrijven, nu zijn het er twintig. Kostenbesparing door schaalvergroting is de voornaamste drijfveer.

Vorige week werd bekendgemaakt dat de drie regionale waterleidingbedrijven in Limburg, Oost-Brabant en Gelderland samen verder zullen gaan als Aquilex. Aquilex wordt met 1,5 miljoen klanten het grootste waterleidingbedrijf in Nederland. De verwachting is dat over een aantal jaar het aantal waterbedrijven in Nederland op één hand te tellen is. Maar daar zou het volgens Sijtsma niet bij moeten blijven. "Als de schaalvergroting zich internationaal doorzet, worden de kostenbesparingen nog veel groter."






[Voorpagina]

[Nederland]

[Buitenland]

[Telesport]

[De Financiële Telegraaf]

[Xtra]




Auteursrechten voorbehouden 1996-1999, © Dagblad De Telegraaf, Amsterdam
De Telegraaf-i wordt het best bekeken met Netscape Navigator, Netscape Communicator of Microsoft Internet Explorer.