Filmmuseum weigert
verhuizing naar Maasstad
door M. R. Ziegler - AMSTERDAM, woensdag
Amsterdam en Rotterdam maken zich op voor een stevige
ruzie over het Beeldinstituut waarvoor het gebouw Las Palmas op de Kop
van Zuid in Rotterdam de beste papieren dacht te hebben.
Nu gisteren het Filmmuseum in het Amsterdamse Vondelpark
resoluut weigerde naar Rotterdam te verhuizen en het Prins Bernhard Cultuurfonds
slechts een bescheiden kapitaal uittrekt voor één nieuw
instituut, zijn de poppen aan het dansen.
Conflict
"Ik ben bang dat dit tot een conflict
leidt," was de eerste reactie van de Rotterdamse wethouder Hans Kombrink.
De Tweede Kamer gaat morgenmiddag de vers ontstane situatie bespreken.
Het Prins Bernhard Cultuurfonds kan of wil geen keus maken wanneer het
gaat waar het toekomstige beeld-instituut, het Nederlandse museale centrum
voor fotografie, film en nieuwe media moet worden gevestigd. In het gebouw
Las Palmas te Rotterdam of in het Amsterdamse Sweelinck-conservatorium.
Het fonds heeft namelijk besloten niet het gehele Wertheimer-legaat,
gegroeid tot 23 mln. gulden, maar een vijfde daarvan ter beschikking te
stellen.
Deze ruim 4,5 mln. gulden mogen bovendien alleen worden
besteed aan de inrichting, niet voor de aankoop van een gebouw. Het Cultuurfonds
brengt het restant van de Wertheimer-miljoenen onder in een stichting
dat per jaar fotografische projecten in de amateur- en beroepssector zal
financieren.
Financiering
Aangezien het de verwachting was dat het totale legaat,
of een substantieel deel ervan, aan Las Palmas zou toe vloeien, komt de
financiering van het project op losse schroeven te staan.
Bovendien kreeg gisteren het vermoeden dat het Filmmuseum niet naar de
Maasstad wilde, plotseling handen en voeten met een verklaring, waarin
het Filmmuseumbestuur zich onomwonden verzet tegen een integratie met
een Instituut voor Beeldcultuur in Rotterdam.
Het bestuur ziet beleidsmatig, organisatorisch en financieel
geen wezenlijke meerwaarde in de Rotterdamse plannen. Bovendien worden
onvoldoende garanties gegeven voor een zelfstandig voortbestaan van het
Filmmuseum op langere termijn, aldus het bestuur. Het wijst er fijntjes
op dat belangrijke filminstellingen, filmbedrijven, cineasten en opleidingen
al jaar en dag in Amsterdam huizen.
|