|
Noviteit helpt Heideman aan zege
door Luuk Blijboom - AMSTERDAM, maandag
Dolle Dries van Wijhe trok zaterdagavond aan de rand
van de hoofdstedelijke Jaap Eden-baan zijn wenkbrauwen zo hoog op dat
ze onder de sponsorpet verdwenen. "Scharren?" Een andere oudgediende,
Piet Kleine, verbeterde de excentrieke veteraan van de lange adem. "Nee,
karperen!" Het enige juiste antwoord op de vraag wat er met de schaatsen
van Jan Maarten Heideman was gebeurd, kwam uit de mond van de winnaar
van de negende KNSB-marathon zelf: "Carven. Het is een nieuwe manier om
de ijzers te slijpen. Dit wordt de nieuwe trend in het schaatsen."
De sprinter uit Oldebroek, die voor de vijfde maal deze jaargang als
eerste de finish passeerde, maakte geen geheim van zijn geheim. Waar zijn
collega's met brute kracht hun ijzers buigen om meer grip in de bochten
te krijgen, zoekt Heideman het in de high-tech. Aan eenieder die het maar
wilde zien, toonde de man die eerder de klapschaats en -skeeler in het
marathonpeloton introduceerde, de laatste noviteit, waar de Canadese sprinters
op de Olympic Oval in Calgary overigens al enkele maanden mee experimenteren.
Grootste verschil met het gebruikelijke materiaal is dat de ijzers aan
zowel de voor- als achterkant breder zijn dan in het midden, waardoor
de rijder niet alleen in de bochten, maar ook op het rechte eind meer
grip heeft. "Het scheelt maar een fractie, twee-tiende millimeter om precies
te zijn. Maar het verschil is spectaculair. Afgelopen woensdag kreeg ik
de schaatsen voor de eerste keer van Hans Veldhuis, de man die ook de
zogeheten schubbenpakken heeft uitgevonden. In het begin was ik nog een
beetje bang in de kussens te rijden, maar toen ik voluit durfde te gaan,
wist ik niet wat me overkwam. Ik reed per rondje 0,7 seconde sneller.
En het kan nóg harder. Het scheelt alleen in de bochten al twee
slagen."
Maar een training is geen wedstrijd, weet ook Heideman, en dus verscheen hij dit weekeinde enigszins huiverig aan de start. "Ik was onbewust meer met mijn schaatsen dan met de wedstrijd bezig. Het was toch een risico om met dit materiaal te starten." In de dodelijke saaie marathon, die geen enkele serieuze ontsnapping kende, hield de kopman van de Wehkamp-formatie zich dan ook voornamelijk schuil in het peloton. Slechts tweemaal meldde hij zich op kop: de eerste keer toen er nog dertien ronden af te leggen waren, de tweede maal toen de groep voor de dagprijs sprintte.
De vraag was natuurlijk of Heideman ook zonder de noviteit had gewonnen.
"Ik weet het niet", oordeelde de winnaar zelf. "Maar het ging in de finale
wel heel erg goed." Of het idee navolging krijgt, valt evenwel te bezien.
"Volgens mij helpt het allemaal niet zoveel. Ik blijf wel gewoon mijn
ijzers op de oude manier buigen", meende Henk Angenent. Ook diens aartsrivaal,
Erik Hulzebosch, blikte met een fikse dosis scepsis terug. "Twee weken
geleden zijn die dingen me ook aangeboden. Nee, da's niks voor mij. Ik
moet dat moderne gedoe niet."
|
|