Het lijkt een kwestie van tijd, misschien dagen, dat euro en dollar
één op één worden verhandeld. Het gevolg van
het feit dat beleggers toch meer brood zien in de sterke Amerikaanse economie,
de hogere rente aldaar en de lage inflatie. Maar volgens analisten is
een euro/dollar-pariteit veeleer een psychologische dreun voor Europa
dan een teken dat het economisch echt slecht gaat met de elf landen van
het euro-blok.
Vooral Duitsland blijft achter, maar andere landen laten een redelijke
groei zien en een lage euro bevordert alleen maar de export. Importen
uit de VS en Japan worden echter duurder, evenals reizen buiten de eurozone.
IMF-directeur
Michel Camdessus liet het afgelopen weekeinde weten dat de val van de
euro naar zijn idee geen reden voor alarm is, mits de euro niet lange
tijd blijft kwakkelen of de daling versneld doorzet.
"Één op één heeft een psychologische betekenis,
maar daar houdt het wel zo'n beetje mee op", aldus Jim McCormick van J.P.
Morgan. Internationale beleggers kijken vooral naar de VS en Japan. "De
willige markt voor directe investeringen ligt in de VS, de markt om momenteel
in aandelen te gaan ligt in Japan en Europa staat ondertussen in de kou",
zo verwoordt analist Greg Anderson van FleetBoston het feit dat de grote
geldstromen Europa momenteel voorbijgaan. De euro noteert nu 14% lager
dan bij de geboorte begin dit jaar en zit op absolute dieptepunten ten
opzichte van dollar en yen.
De economische cijfers de komende weken voor de eurozone zijn bepalend
voor het feit of de euro verder terrein verliest ten opzichte van de dollar.
Vooral de komende twee weken komen er veel van dergelijke cijfers. Tot
op heden lieten Frankrijk en Nederland een duidelijk beter derde kwartaal
zien, maar Duitsland kwam met teleurstellende cijfers over de industriële
productie. Toch staan alle economische indicatoren nu gunstiger dan in
juli, toen de euro voor de eerste maal dicht bij dollar-pariteit kwam.
Toen volgde een herstel tot $1,09, waarna een nieuwe verkoopgolf kwam.
De experts zijn het er allemaal over eens dat interventies door de Europese
Centrale Bank alleen maar een korte-termijneffect kunnen hebben. Ze kunnen
de val van de euro niet stoppen zolang het sentiment niet omslaat en de
beleggers weer zoveel vertrouwen krijgen in de Europese economie dat de
vraag naar de euro toeneemt.
Volgens Hans-Jürgen Köbnick, bestuurslid van de Bundesbank,
zijn interventies zinloos. "Je kunt een valuta als de euro niet kunstmatig
opkrikken, de handelsvolumes zijn te groot en de middelen van de Europese
Centrale Bank om daar tegenop te roeien zijn te gering."
Analisten kritiseren wel de slechte communicatie van de ECB. Op donderdag
zei de Spaanse ECB-directeur Domingo Solans nog dat de ECB er niet aan
denkt om te gaan interveniëren, en vrijdag zei ECB-president Duisenberg
in de Financial Times dat hij bezorgd zou zijn als de euro verder zou
dalen. "Dat soort tegenstrijdige uitspraken is niet bepaald goed voor
de geloofwaardigheid, als nieuw instituut heeft de ECB nog veel te leren
om uniform op te treden", aldus John Taylor van FX Concepts. Domingo kwam
dit weekeinde half terug op zijn schreden en sloot toekomstige interventies
niet uit. "Een centrale bank kan en mag nooit iets prijsgeven over zijn
interventiebeleid."
Ondertussen lijkt de ECB weinig anders te kunnen dan de rente de komende
maanden stabiel te houden. Een verhoging zou de euro opkrikken maar is
niet gerechtvaardigd in het licht van inflatiedreiging en zou de economische
ontwikkeling onder druk zetten. Alleen als de lage euro inflatie gaat
importeren, zou de rente wel omhoog moeten.
Wat de eurozone ook geen goed heeft gedaan, zijn de vele inmengingen
van de Duitse bondskanselier Schröder in het Duitse bedrijfsleven.
Vooral internationale beleggers werden daardoor een beetje kopschuw, het
investeringsklimaat in Europa zou toch niet vrij zijn met zoveel overheidsinmenging.
Gerefereerd wordt aan de overnamepoging door Vodafone van Mannesmann en
de oneerlijke concurrentie die ontstaat door het in leven houden van het
in feite failliete bouwbedrijf Holzmann. Maar ook Frankrijk liep te hoop
tegen een bod van Coca Cola op de Orangina-tak van Pernod-Ricard.