Nieuwe helikopters voor luchtmacht
door Maarten van Meurs - DEN HAAG, maandag
De Koninklijke Luchtmacht krijgt over vier jaar veertien tot zestien nieuwe verkenningshelikopters. Bovendien komen er 500 extra infanteristen bij de Koninklijke Landmacht.
Dat schrijven minister De Grave en staatssecretaris Van Hoof (Defensie) in hun nieuwe Defensienota, die vandaag wordt gepresenteerd.
De nieuwe verkenningshelikopters zullen de 31 Bölkow-
en Aloutte-helikopters vervangen, die hun beste tijd hebben gehad. Voor
de ondersteuning van alle luchtmachthelikopters worden 300 extra militairen
geworven.
F16's
Wel moet de luchtmacht van de bewindslieden achttien F16's inleveren.
Het 306e squadron op Volkel wordt opgeheven, terwijl de daar gelegerde
fotoverkenningsvliegtuigen over drie andere vliegbases worden verdeeld.
Dat voornemen heeft al tot veel kritiek in de Tweede Kamer geleid.
De landmacht is de grote winnaar geworden van de Defensienota, waar voor in totaal 10 miljard gulden wordt verschoven. De 500 extra infanteristen komen bij de 500 man die begin dit jaar al werden aangekondigd. De drie pantserinfanteriebataljons komen daarmee op volledige sterkte. Wel moet de landmacht 150 tanks gaan verkopen.
Ook de ondersteunende diensten zoals genie, de bescherming tegen nucleaire, biologische en chemische oorlogvoering en de afdeling die met burgerautoriteiten samenwerkt, worden versterkt. Hier komen 500 in plaats van de 300 extra functies die eerder waren aangekondigd.
De Koninklijke Marine moet twee van de zestien fregatten en drie van de vijftien mijnenjagers inleveren. Het aantal Orion-vliegtuigen gaat van dertien naar tien. Een Tweede-Kamermeerderheid wil echter meer fregatten afstoten en daarvoor kleinere kustwachtvaartuigen in de plaats laten komen. Het Korps Mariniers wordt, zoals aangekondigd, met 300 man uitgebreid.
Het personeelsbeleid gaat volledig op de helling. De Grave en Van Hoof willen meer militairen voor bepaalde tijd (BBT'ers) en minder militairen met een vaste baan (BOT'ers). Nu zijn er op elke twee BBT'ers drie BOT'ers in de krijgsmacht.
De gemiddelde periode dat een militair met een tijdelijk contract onder
de wapenen is, gaat omhoog van vijf naar zeven jaar. Afgezwaaide militairen
kunnen op vrijwillige basis worden opgeroepen om bij vredesoperaties te
worden ingezet.
Onderofficieren en lagere officieren krijgen alleen
nog contracten voor bepaalde tijd. Een uitzondering wordt gemaakt voor
de cadetten van de Koninklijke Militaire Academie en de adelborsten van
het Koninklijk Instituut voor de Marine, alsmede voor enkele functies
waarbij de schaarste op de arbeidsmarkt groot is.
|