Hevige bombardementen leiden nieuwe
fase in voor TsjetsjeniëMOSKOU, zaterdag Na een korte onderbreking
vanwege slecht weer heeft de Russische luchtmacht vrijdag de bombardementen op
de opstandige republiek Tsjetsjenië hervat. De zware beschietingen luiden
een nieuwe fase van de Russische operatie in, aldus plaatsvervangend chef van
de generale staf Valeri Manilov. Hij hoopt dat de derde fase in de strijd
om de afvallige Kaukasische republiek voor het eind van het jaar kan worden afgerond.
Het leger richt zich in de derde fase op de zuidelijke bergachtige gebieden van
Tsjetsjenië. Daar zijn de rebellen het sterkst en hebben ze veel bases. Tot
nu toe heeft het leger zijn aanvallen geconcentreerd op steden en dorpen op de
weg naar de hoofdstad Grozny. Russische troepen hebben nu de meeste laaggelegen
gebieden in noordelijk en centraal Tsjetsjenië veroverd. Toch is het leger
terughoudend om Grozny in te nemen. De troepen hebben de stad naar eigen zeggen
voor zo'n 80 procent omsingeld. De lucht boven de Tsjetsjeense hoofdstad
was 's nachts oranje gekleurd door de vele explosies, meldt het Russische persbureau
Interfax. Grozny wordt nu dag en nacht beschoten net als de plaats Oeroes-Martan
waar zich naar schatting 3000 rebellen verschansen. De Russiche luchtmacht vloog
ruim honderd missies vrijdag. Een rebellenleider bevestigde dat Grozny en Oeroes-Martan
zwaar getroffen zijn. De leiders van de Tsjetsjeense vrijheidsstrijders
blijven volhouden dat ze Oeroes-Martan niet zullen opgeven. Zij spreken ook de
omsingeling van Grozny tegen. President Jeltsin is volgens Manilov van plan
een aantal Tsjetsjeense rebellen amnestie aan te bieden. Er wordt een wetsvoorstel
ingediend waarin is vastgelegd dat Tsjetsjeense rebellen amnestie kunnen krijgen
als zij geen ernstige misdrijven hebben gepleegd. Het gebaar kan een teken zijn
dat Moskou nog steeds hoopt Grozny zonder gevechten in te nemen. Tsjetsjeense
vluchtelingen melden dat de Russische troepen steeds meer mensen aan de grens
met Ingoesjetië tegenhouden. De Russische grenswachten zeggen dat ze op zoek
zijn naar misdadigers en rebellen die proberen te vluchten. Sinds de gevechten
in Tsjetsjenië begonnen, zijn zo'n 200.000 mensen naar de naburige republiek
gevlucht. In Ingoesjetië werden vrijdag vijf Russische soldaten opgepakt.
Zij worden ervan verdacht in beschonken toestand een vrouw in een vluchtelingenkamp
te hebben doodgeschoten. Toen de verkoopster weigerde de soldaten wodka te verkopen
in verband met een drankverbod, openden zij het vuur. De 22-jarige vrouw bezweek
in het ziekenhuis aan haar verwondingen. Sinds de inval in Tsjetjsenië
zijn volgens het Russische leger 4500 rebellen gedood. Aan de Russische kant zouden
208 slachtoffers zijn gevallen. Tsjetsjeense bronnen berichten dat er tot nu toe
zo'n 3000 burgers zijn gedood. De Tsjetsjeense president Maschadov riep
donderdag Russische soldaten op over te lopen naar de Tsjetsjeense rebellen. ,,Jullie
zijn kannonenvlees en slaven in de winsgevende industrie die oorlog heet'', aldus
Maschadov in een open brief. (ANP/RTR/DPA/AFP) |