&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT=""> |
25 november 1999 |
|
NSVoor de NS is de exploitatie van de hogesnelheidslijn (HSL) nog geen gesloten boek. Er komen in de politiek steeds meer twijfels over het optreden van minister Netelenbos (Verkeer), die het voorstel van de NS afwees. Dat er voor die twijfel omtrent Netelenbos' afwijzing enige reden is, blijkt wel uit het geheime NS-bod dat deze krant vandaag publiceert. De minister heeft onder meer gesteld dat het NS-bod "slecht voor de reiziger is". De tijdwinst en het betere comfort die de NS aanbieden, zijn echter niet mis. De NS gaat in haar bieding veel verder dan de twee binnenlandse HSL-lijnen waarop het bod eigenlijk betrekking heeft. Het bedrijf heeft een vergaande modernisering van het Nederlandse spoornet voorgesteld, waarin de HSL-lijnen passen. Dat bod is pas op tafel gekomen nadat Netelenbos' ambtenaren de NS nadrukkelijk hebben uitgenodigd. Natuurlijk heeft de minister het recht èn de plicht om naar de beste exploitant voor de HSL te zoeken. Het staat niet bij voorbaat vast dat de NS de beste exploitant is, maar de totale afwijzing van Netelenbos gaat erg ver. Voor zo'n totale afwijzing lijkt het NS-bod te goed. Bovendien wordt de NS daarmee de kans ontnomen om de lucratieve HSL te exploiteren en komt de opbouw van een nieuw modern spoornet in gevaar. Dat is pas echt slecht voor de reiziger. |
Artikel 3 der Statuten |
RompslompIn een rapport aan minister Jorritsma (Economische Zaken) wordt het kabinet geadviseerd frontaal in de aanval te gaan tegen de gigantische administratieve lasten voor het bedrijfsleven. Door de invoering van nieuwe en/of verder uitgebreide wet- en regelgeving zijn de verwerkingskosten daarvan bij het bedrijfsleven inmiddels gestegen tot 16,5 miljard. Een absurd hoog bedrag voor werk dat de bedrijven door de overheid wordt opgelegd, een bedrag waar geen enkele vruchtbare commerciële activiteit tegenover staat. Onaanvaardbaar, de enorme kosten van die gedwongen administratieve rompslomp. De commissie die deze ergerlijke kwestie heeft bestudeerd, is terecht tot de conclusie gekomen dat de overheid zelf maatregelen dient te nemen om deze verspilling een halt toe te roepen en omlaag te brengen. De noodzaak hiervan kan niet treffender worden aangetoond dan door een berekening van het Centraal Planbureau, waaruit blijkt dat het omlaag brengen van genoemd bedrag met 2 miljard onze economie een impuls zou geven van niet minder dan 0,3 procent. De voorgestelde maatregelen, onder andere bestaand uit medewerking van de overheid bij de gecomputeriseerde verwerking van alle regels en uit het instellen van een waarschuwingsorgaan, lijken goed. Als ze maar niet leiden tot nòg meer beslag op ondernemerstijd. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|