Door de Europese Unie (EU) beloofde olie voor twee steden in Servië heeft het land gisteren bereikt. Of de vijftien vrachtwagens met 350 ton olie ook werkelijk in de door de oppositie geleide steden Nis en Pirot aankomen, is onduidelijk.

Ondanks het bestaande olie-embargo kwam de EU met dit 'Energie voor Democratie'-programma, om de Servische bevolking en democratische oppositie te steunen. De EU wil bewijzen dat het niet tegen de bevolking is, maar uitsluitend tegen de wegens oorlogsmisdaden aangeklaagde Joegoslavische president Slobodan Milosevic.

De EU-commissaris voor Externe Betrekkingen, Chris Patten, hoopt dat door het programma "scholen en woningen in Nis en Pirot deze winter een stuk warmer zullen zijn dan dat ze anders zouden zijn."

De tankwagens werden gisteren nog door de Servische douane vastgehouden in het niemandsland bij de grens met Macedonië. Belgrado heeft gezegd het transport te zullen doorlaten.

Westerse diplomaten, de burgemeesters van de 'oppositiesteden' en journalisten die het transport feestelijk wilde binnenhalen, werden door de douane op afstand gehouden, evenals enkele tientallen burgers.

De enige die tot nu toe van de zending profiteerde was de eigenaar van een restaurant in de grensplaats Presevo. Hij had in de bittere koude onverwacht veel klanten.