Het zint oud-bondskanselier Helmut Kohl helemaal niet dat zijn naam in verband wordt gebracht met het aannemen van steekpenningen van een wapenhandelaar.

Zeer tegen zijn gewoonte als 'gewoon parlementariër' in, zocht Kohl gisteren bij de begrotingsbehandeling in de Duitse Bondsdag het debat om een snel begin te eisen van het parlementair onderzoek dat naar de vermeende omkoping zal worden ingesteld.

Aanvankelijk zag het er naar uit dat de verhoren pas in februari zouden beginnen, ongeveer gelijktijdig met de belangrijke deelstaatverkiezingen in Sleeswijk-Holstein. De verdenking van een corruptieaffaire zou de CDU daar ongetwijfeld stemmenverlies opleveren. "Ik wil nog voor de kerst worden gehoord, zodat mijn naam nog dit jaar wordt gezuiverd", stelde de oud-kanselier.

De socialist Peter Struck, één van de initiatiefnemers tot het onderzoek, beloofde zo mogelijk nog dit jaar de procedure te beginnen en Kohl als eerste te zullen laten horen. De kans hierop is echter heel klein.

Het vermoeden van omkoping komt voort uit de gedragingen van de voormalige penningmeester van de CDU, Walther Leisler Kiep, die in 1991 een miljoen gulden van een wapenhandelaar kreeg toegespeeld. Het geld zou bedoeld zijn geweest voor de kas van de CDU, maar is daar volgens de partij nooit in terechtgekomen. Justitie en fiscus doen onderzoek naar Kiep, omdat hij het geld buiten de belasting heeft gehouden.

Begin jaren negentig moest de regering Kohl belangrijke besluiten nemen over wapenleveranties aan Saoedi-Arabië en Canada. De huidige regeringsfracties (die toen de oppositie vormden) vermoeden dat het spekken van de CDU-kas de regering-Kohl positief heeft gestemd.