Clinton hamert op
verzoening Kosovaren
Van onze correspondent - BOEDAPEST, woensdag
De Amerikaanse president Bill Clinton heeft gisteren
tijdens een bliksembezoek aan de Servische provincie Kosovo er in soms
emotionele betogen op gehamerd dat er een einde moet komen aan de etnische
haat.

De Amerikaanse president Clinton nee mt een bad in de menigte die
in de Kosovaarse plaats Urosevac is samen gestroomd om hem te verwelkomen.
FOTO: AP
Op de laatste dag van zijn tiendaagse bezoek aan Zuidoost-Europa deed
de president de Kosovaarse plaats Urosevac aan. Volgens Clinton vormt
de angst voor iemand die anders is het grootste gevaar voor de 21e eeuw.
Bijna alle conflicten in deze eeuw kwamen voort uit religieuze of rassengeschillen,
aldus Clinton.
De president stelde zijn eigen troepen ten voorbeeld. Deze mengelmoes
van rassen en godsdiensten is volgens Clinton een voorbeeld hoe men door
samenwerking veel kan bereiken.
Met zijn dochter Chelsea aan zijn zijde benadrukte Clinton tijdens speeches
voor de Amerikaanse troepen en de burgers van Urosevac "dat de blinde
haat uit het verleden moet worden afgezworen om een maatschappij te creëren
waarin alle kinderen van Kosovo veilig kunnen leven."
"Wij wonnen de oorlog, maar alleen jullie kunnen de vrede veroveren",
aldus Clinton.
In Urosevac, waar de bevolking massaal was uitgelopen
om met Amerikaanse vlaggetjes te zwaaien in een sfeer die deed denken
aan de NAVO-intocht nu vijf maanden geleden, werd Clinton enthousiast
ontvangen. Hetzelfde gold voor het onthaal door de Amerikaanse soldaten,
waarmee Clinton een vervroegd 'Thanksgiving' diner nuttigde.
Angst
De vrolijke sfeer kon echter niet verbloemen dat Kosovo nog steeds door veel problemen wordt geplaagd. Het grootste deel van de Servische bevolking is gevlucht en de Serviërs die zijn gebleven leven in voortdurende angst het slachtoffer te worden van op wraak beluste Albanezen.
"We hopen dat de huidige tragedie in Kosovo niet is, wat de Amerikaanse bevolking in het hoofd had toen zij het opnam voor de etnische Albanezen", schreef de orthodoxe bisschop Artemije in een open brief aan Clinton. Volgens de bisschop zijn er sinds de 'vrede' zo'n 400 Servische burgers in Kosovo vermoord.
De ongeveer 42.000 soldaten van de internationale KFOR-macht trachten de Serviërs wel te beschermen maar kunnen niet overal tegelijk zijn.
Ook de internationale hulp kent nog tal van gebreken. Water en elektriciteit ontbreken soms nog. De hoogste VN-gezant voor Kosovo, Bernard Kouchner, werd gisteren wat kwaad om al die verwijten. "Hou daar toch eens over op, we hebben scholen en huizen herbouwd, geven mensen te eten. Er is hier meer bereikt dan na vijf jaar in Bosnië", beet hij de pers toe.
De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) was in een gisteren gepubliceerd rapport echter ook zeer kritisch over de situatie in de westerse Balkan-landen. Volgens de samenstellers van de nota tiert de corruptie er welig en bestaan er samenwerkingsverbanden tussen de georganiseerde misdaad en de regering.
"Het is opvallend welk een groot deel van de politieke elite zich heeft verrijkt terwijl de bevolking alsmaar armer wordt."
|