Van onze correspondent - SINGAPORE, woensdag
De commissie in het Indonesische parlement die schendingen van mensenrechten in Atjeh onderzoekt, zal een aantal hoge militairen ondervragen over de massamoorden, verkrachtingen en ontvoeringen die daar in de afgelopen 10 jaar hebben plaatsgevonden.
Morgen zal de voormalige opperbevelhebber en huidige minister Wiranto
voor de commissie moeten verschijnen. Zaterdag zullen de bekende generaals
Benny Murdani en Try Soetrisno, een voormalige vice-president en minister
van Binnenlandse Zaken, zich voor de commissie moeten verantwoorden.
"Ze werden gedagvaard omdat zij ten tijde van de militaire operaties in Atjeh verantwoordelijkheid droegen", zei Syaiful Achmad, vice-voorzitter van de commissie. Hij verwees daarbij naar de militaire operaties waarmee de Indonesische krijgsmacht bijna 10 jaar lang op bloedige wijze maar vruchteloos heeft geprobeerd de afscheidingsbeweging in de opstandige provincie op de noordpunt van Sumatra in bedwang te krijgen.
Volgens organisaties voor mensenrechten hebben in die periode minstens 2000 mensen het leven verloren als gevolg van die militaire acties. Vanuit de krijgsmacht is de wens geuit schendingen van mensenrechten tuchtrechtelijk af te doen en dergelijke zaken niet aan de burgerlijke rechter door te geven. Bovendien, zo is de opvatting in de legertop en lager, zijn verkrachtingen geen schendingen van mensenrechten.
De huidige opperbevelhebber, admiraal Widodo, drong gisteren bij de regering aan op een snelle oplossing voor de problemen in Atjeh en Irian Jaya omdat nu ook elders afscheidingsbewegingen zich beginnen te roeren.
Een van de twee militaire commandanten in Atjeh, kolonel Syariffudin Tippe, kondigde gisteren aan dat zijn mannen (en wellicht hij zelf ook) tot de dood zullen vechten om Atjeh bij Indonesië te houden.