"Een échte straatvechter ben ik niet. Daarvoor probeer ik mijn doel net iets te geciviliseerd te bereiken. Maar een vechter? Da'wel. Je moet in deze branche niet als een doetje in de hoek gaan zitten kijken. Je moet gáán, met alle middelen die je hebt."

DeWulf, sinds drie jaar de hoogste man bij het Limburgse Nedcar, veert op als hij het over zijn betrokkenheid bij het concern heeft. De Belg spreekt met een vrolijke tongval, maar de boodschap is niet minder serieus. Nedcar uit Born, assemblagebedrijf voor de automerken Volvo en Mitsubishi, moet vechten om te overleven.

Met een productie van 280.000 wagens per jaar Volvo's en Mitsubishi's rollen in Born grotendeels van één band en een jaarwinst over 1998 van ƒ55 miljoen is Nedcar inmiddels een behoorlijke speler. Zozeer zelfs dat de Nederlandse staat het heeft aangedurfd haar belang in de Daf-nazaat te verkopen.

Een teken van vertrouwen, vindt DeWulf. Maar door de concentratie in de autoindustrie heeft Nedcar het wel voortdurend zwaar. Zo verkondigde Ford-baas R. Zimmerman in augustus een Europese fabriek te willen sluiten. En Mitsubishi trok vorige maand een eerdere verklaring in waarin was beloofd met de gezamenlijke fabriek door te gaan. Donkere wolken dus.

"Nedcar is makkelijk afstootbaar", zegt de directeur. "Dat weet ik, want we zijn voor de eigenaren geen écht kind. Maar ik zeg: misschien zijn we wel een efficiënt neefje. De voordelen van de gezamenlijke fabriek worden door mij continu belicht."

DeWulf profileert Nedcar vooral als een cost saving center en niet zozeer als een profit making center. Daarachter schuilt een uitgekookte strategie. De eigenaren krijgen dezelfde productie, alleen wel voor de helft van het geïnvesteerde geld. En alle autofabrikanten kampen anno 1999 met grote kostenvraagstukken.

Dat heeft alles te maken met afvlakkende verkoopgroei en toenemende concurrentie. En concurrentie dient zich vermoedelijk straks ook binnen de fabriek aan. Ford wil in 2003 alle modellen (dus ook Volvo's) op een 'Ford-platform' gaan bouwen. Mitsubishi dat thans in Born nog op hetzelfde onderstel als Volvo wordt gefabriceerd zou dan buiten de boot vallen, waardoor aanzienlijke kostenvoordelen verloren gaan. Gekoppeld aan de herstructureringsplannen van het Japanse concern, maakt dat de positie van Nedcar weer zeer kwetsbaar.

DeWulf: "Natuurlijk moet ik mijzelf de vraag stellen of het denkbaar is dat één van de eigenaren zich terugtrekt. Maar ik ga niet zitten kniezen van: goh, als er een fabrikant uitstapt moet ik zoveel mensen ontslaan. Je eigen begrafenis schrijf je niet. Je schrijft je eigen toekomst. Dus maak ik een sterkte/zwakte analyse van Nedcar. Soms lanceer je dan dingen die in de plannen van Ford of Mitsubishi passen."

Zo heeft de directeur 'draaiboeken' klaarliggen om onverwachte koerswijzigingen van de Amerikanen of Japanners te kunnen pareren. "Het Ford-platform? Dat kunnen we voor Mitsubishi oplossen. We hebben een aantal betaalbare, technologische oplossingen bedacht."

'Vooruitdromen' noemt DeWulf dat; uit nood geboren. "Ik kan moeilijk tegen de fabrikanten zeggen: ik eis dat jullie het volgende project met Nedcar doen. Als ik dat zeg, word ik misschien hier in Born wel populair, maar geld ik niet als een efficiënt manager. De kans op het voortbestaan van Nedcar is goed, maar de uitkomst van de plannen van Mitsubishi en Ford blijft onzeker. Als het fout gaat, kan ik in ieder geval zeggen dat ik alle mogelijkheden heb benut."