Akkoord voor veilige
terugkeer Timorezen
Van onze correspondent - SINGAPORE, dinsdag
De VN-macht op Oost-Timor (Interfet), de Indonesische
strijdkrachten in West-Timor en Oost-Timorese pro-Jakarta-milities hebben
gisteren een overeenkomst gesloten om de repatriëring van Oost-Timorese
vluchtelingen te versnellen.
Zo'n 200.000 Oost-Timorezen zitten nog steeds vast in vluchtelingenkampen
op West-Timor, waar ze worden geterroriseerd door de pro-Jakarta milities,
die hen ervan weerhouden terug te gaan naar huis.
De overeenkomst kwam tot stand na een bezoek van de Amerikaanse VN-ambassadeur, Richard Holbrooke, aan enkele vluchtelingenkampen. Holbrooke, die zei "diep geroerd" te zijn door het akkoord, had Indonesië gewaarschuwd dat de behandeling van de vluchtelingen een maatstaf zal zijn voor de beoordeling of het land werkelijk op weg is een democratie te worden.
Als de vluchtelingenkampen er over een maand tot zes weken nog zijn "dan weten we zeker dat de verkeerde mensen nog altijd aan de touwtjes trekken in Indonesië. We zijn niet blij met wat we hier in de kampen zien. Het staat in schril contrast met de verklaringen van het Indonesische leger", aldus Holbrooke.
Als onderdeel van het akkoord werd een 'Gezamenlijke Grenscommissie' ingesteld, die "de ongewenste acties van milities" (die moeten worden ontwapend en gevangengenomen) en confrontaties tussen de VN-macht en Indonesische militairen in het grensgebied tussen Oost- en West-Timor moet voorkomen. "De vraag of het een historisch akkoord is of niet, zal blijken uit de wijze waarop het wordt uitgevoerd", aldus Holbrooke.
Marzuki Darusman, procureur-generaal in Jakarta en voorzitter
van de nationale commissie voor de mensenrechten, zei gisteren "bezorgd"
over de laksheid waarmee de Indonesische troepen de acties van de milities
bestrijden.
Serieuzer
Hoewel de schijn in het land veelal bedrieglijk is, lijkt Indonesië op weg het Timor-probleem serieuzer aan te pakken dan tot dusver. Albert Hasibuan, voorzitter van de nationale Commissie voor het Onderzoek naar de Schendingen van Mensenrechten op Oost-Timor, zei dat de legertop, inclusief de toenmalige legerleider Wiranto, zal worden gedagvaard.
"Het is niet meer dan redelijk dat Wiranto, als de toenmalige hoogste commandant, verantwoordelijk wordt gesteld voor zijn kennelijke laksheid bij het pogen een eind te maken aan het bloedvergieten op Oost-Timor, in het bijzonder in de hoofdstad Dili", aldus Hasibuan.
"Ook andere officieren die in verband worden gebracht met het bloedvergieten
op Oost-Timor zullen worden gehoord", zei hij, "zoals onder andere generaal
Sjafrie Sjamsoeddin, die volgens een getuige aanwezig was bij de bestorming
van bisschop Belo's paleis door milities. Tijdens ons laatste bezoek aan
Oost-Timor hebben we talrijke bewijzen gevonden voor de nauwe samenwerking
tussen Indonesische militairen en milities bij de massale vernielingen
en moordpartijen op het eiland."
|