Wahid stechelt
met parlement
Van onze correspondent - SINGAPORE, vrijdag
Nog voor hij een maand in het ambt is, had
Indonesië's president Abdurrahman Wahid het gisteren al aan de
stok met het kersverse parlement in Jakarta. Boegeroep uit de zaal over
zijn besluit zowel het ministerie van Informatie als het ministerie van
Sociale Diensten op te heffen verleidde het staatshoofd de
volksvertegenwoordiging te vergelijken met een kleuterschool.
"Er is geen enkel verschil tussen dit parlement en
een kindercrèche", hield hij de geachte afgevaardigden
voor. "Als jullie tegen de president kunnen zeggen wat jullie
willen, kan ik ook tegen jullie zeggen wat ik wil." Later kreeg
Wahid spijt van zijn uitval. "Dit is democratie met zijn ups en
downs", zei hij buiten de parlementszaal, "ik zal mijn
verontschuldigingen aanbieden. Er is geen reden tot boosheid."
De president hield overigens voet bij stuk inzake
zijn plan om Atjeh per referendum over de eigen toekomst te laten
beslissen. Tegen de wil van zowel de krijgsmacht, die aandringt op het
uitroepen van de noodtoestand in de opstandige provincie, als het Huis
van Afgevaardigden, dat zich gisteren tegen een volksraadpleging
uitsprak, bleef hij bij zijn standpunt: "Ikzelf vind dat er een
referendum in Atjeh moet komen." Zoals ook in het verleden liet
hij zich niet uit over de vraag of de Atjehers in zo'n referendum mogen
stemmen voor een onafhankelijk Atjeh dan wel voor meer zelfstandigheid
binnen de Republiek Indonesië.
|