Van onze parlementaire redactie - DEN HAAG, dinsdag
Minister Pronk (Milieu) wil nog voor het eind van dit jaar volledige duidelijkheid over de hoeveelheid extra ruimte die er de komende 30 jaar in ons land moet worden vrijgemaakt voor onder meer wonen, werken, landbouw en infrastructuur.
De bewindsman heeft zijn ambtenaren opdracht gegeven per categorie alle wensen op het gebied van extra ruimte zo goed mogelijk te berekenen, zodat rond de jaarwisseling volstrekt duidelijk is waar tot en met 2030 maximaal op gerekend kan worden.
"Het gaat daarbij om de verdeling van de beperkte ruimte over de zeven sectoren wonen, bedrijfsterreinen, natuur, water, recreatie, landbouw en infrastructuur", zo stelde Pronk.
De bewindsman benadrukte dat het nu reeds overduidelijk is, dat er veel
meer ruimte gevraagd zal worden dan in het kleine Nederland beschikbaar
is. "Het enige dat duidelijk lijkt, is dat voor landbouw minder ruimte
nodig is. De rest wil meer en daar zullen moeilijke keuzes moeten worden
gemaakt."
Samen met premier Kok en minister Zalm (Financiën) verwacht Pronk dat het kabinet aan het eind van de zomer van 2000 in de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening duidelijk maakt hoeveel extra ruimte de verschillende sectoren in de komende 30 jaar krijgen toebedeeld.
De bewindslieden zullen daarbij tegelijk ook harde nieuw afspraken maken
over het Nederlandse grondbeleid, waarbij moet worden voorkomen dat net
als enkele jaren geleden grondspeculanten snel de grond opkopen waar de
overheid nieuwe bestemmingsplannen voor ontwikkelt.
Tot die tijd is afgesproken dat het kabinet zich naar buiten toe volledig op de vlakte houdt over dit gevoelige onderwerp, waar ruim 25 jaar geleden het kabinet Den Uyl nog over viel. "Ik heb mijn collega's duidelijk gesteld: 'Hou uw mond over de grond'", zo benadrukte Pronk.
Duidelijk is wel dat in tegenstelling tot begin jaren negentig nu veel vagere plannen zullen worden gepresenteerd over de bestemming van specifieke stukken grond. Het kabinet hoopt dat die onduidelijkheid de grondspeculatie zal afremmen.
Binnen de Paarse coalitie is overigens niet alleen sprake van onenigheid
over de verdeling van extra ruimte over de verschillende sectoren, maar
ook hoe Nederland in zijn geheel zal worden ingericht. PvdA en D66 willen
vooral de huidige steden uitbreiden met woon- en werkfuncties, terwijl
de VVD juist een brede corridor van wonen en werken wil van onder meer
Amsterdam naar Antwerpen.