Van onze correspondent
NEW YORK, vrijdag
Drie Hollandse Meesters, die 21 jaar geleden waren gestolen uit een museum in San Francisco, zijn onlangs door een onbekende man afgeleverd bij een veilinghuis in New York. Een van de schilderijen, getiteld 'Portret van een Rabbijn', wordt als een authentieke Rembrandt beschouwd. Het doek zou, in goede staat, zo'n veertig miljoen gulden waard zijn.
De kostbare vondst werd gedaan tijdens de kijkdagen van de William Doyle Galleries. De doeken bevonden zich in een doos en bleken gedeeltelijk beschadigd na een mislukte schoonmaak-poging. Het eveneens terugbezorgde meesterwerk 'Rivierscène bij Nacht' van Aert van der Neer werd in drie stukken aangetroffen. In de doos bevond zich ook het schilderij 'Interieur van de Sint Laurens-kerk' van Anthonie de Lorme.
De schilderijen waren op kerstavond 1978 buitgemaakt bij een geruchtmakende
inbraak in het M.H. de Young Museum in San Francisco. De daders verschaften
zich toegang via een dakraam dat nog niet op het alarm was aangesloten.
Via een zeventiende-eeuwse Hollandse kast klommen de dieven weer naar
buiten. Ze gingen ook aan de haal met een het doek 'Havengezicht' van
Willem van de Velde dat nog steeds spoorloos is. Volgens de museumdirectie
zagen de dieven destijds echter een van de duurste meesterwerken over
het hoofd: het Rembrandt-schilderij 'Portret van Joris Decaullerii', dat
nu zestig miljoen gulden waard is.