&referer=" WIDTH="0" HEIGHT="0" BORDER="0" ALIGN="LEFT" ALT=""> |
11 november 1999 |
|
Frisdrank Drank met alcohol fors duurder maken en frisdranken veel goedkoper. Dat voorstel van een aantal organisaties (waaronder Veilig Verkeer Nederland) heeft tot doel om het alcohol-misbruik te verminderen en de verkeersveiligheid te vergroten. De doelstellingen van de organisaties zijn lovenswaardig; het voorstel is dat niet. Er zijn namelijk veel bezwaren. Als alcoholische dranken fors duurder worden, zullen meer Nederlanders hun inkopen over de grens gaan doen. Het duurder maken van benzine is wat dat betreft een dramatisch voorbeeld. Daarnaast gaat het voorstel ervan uit dat elke gebruiker van alcoholische dranken zich blijkbaar te buiten gaat. Iedereen die op verantwoorde wijze met drank omgaat, wordt financieel toch gestraft. En dan is er nog het bezwaar van de twijfel over de werking van de maatregel. Als de overheid zo bevoogdend wil zijn om bepaalde goederen minder te laten consumeren, helpen alleen draconische prijsverhogingen. Flinke prijsverhogingen van bijvoorbeeld aardgas, benzine en tabak hebben het verbruik nauwelijks doen dalen. De gevolgen van drankmisbruik bestrijden, moet bijvoorbeeld via voorlichting en via strenge verkeerscontroles. Het pilsje iets duurder maken, is niet zinvol en moet daarom niet doorgaan. |
Artikel 3 der Statuten |
Soepel De overeenkomst tussen de verzekeringsmaatschappijen en het Centraal Joods Overleg, waarbij de verzekeraars 45 miljoen uitbetalen voor polissen van door de nazi's vervolgde en vermoorde joden, is een goede stap in de richting van een totale afkoopregeling van de joodse oorlogsclaims. De absurde starheid die na de oorlog soms door verzekeraars is gehanteerd als argument is wel eens aangevoerd dat tijdens de oorlog geen premies waren betaald , heeft gelukkig plaats gemaakt voor een soepele opstelling van de maatschappijen. Hun aanbod om bovendien 5 miljoen te betalen voor een digitaal monument voor de joodse gemeenschap, illustreert die terechte soepelheid. Nu de overige zaken nog. Ook de overheid dient nog een akkoord te sluiten met de joodse gemeenschap, in verband met een groot aantal niet door nabestaanden opgeëiste polissen waarover zij in 1955 het beheer kreeg. Daarbij is het wachten nog even op de eindconclusies van enkele onderzoekscommissies. Maar verwacht mag worden dat de overheid zich eveneens soepel opstelt, ook al om zich een beetje te revancheren voor de gebleken slordigheid waarmee het ministerie van Financiën is omgegaan met belangrijke archiefstukken inzake geroofde joodse bezittingen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|