Zweden heft de hoogste belastingen van alle landen ter wereld. Daar
wordt 53 procent van het bruto nationaal product, de totale verdiensten
van het land, besteed aan belastingen en sociale zekerheid. Nederland
staat met 41 procent op een tiende plaats.
Dat blijkt uit een onderzoek van de Europese Associatie van Belastingbetalers
(TAE) over 29 staten, waaronder alle EU-lidstaten, de grote Angelsaksische
landen, Japan, Zuid-Korea, Mexico, Zwitserland, Noorwegen, IJsland en
Turkije.
Mexico kent gemiddeld de laagste belastingdruk met een cijfer van 15,5
procent. Het gaat daarbij om cijfers over 1998. In vergelijking met 1975
daalde de fiscale druk in Nederland met 2 procent. In Zweden steeg deze
met 9,6 procent.
Een Mexixaanse werknemer houdt gemiddeld ook het meest over van zijn
bruto-inkomen, zo'n 99 procent. In Nederland ligt dit gemiddeld op 61
procent. Van de totale kosten die een werkgever voor zijn personeel betaalt,
houdt de werknemer in Nederland gemiddeld 56 procent over. Voor dit cijfer
is Zuid-Korea met 88 procent het meest voordelige land.
Het gemiddeld netto-inkomen per werknemer ligt met $22.614 ( 47.941)
het hoogst in Zwitserland. Nederland staat op de elfde plaats met een
gemiddeld netto-inkomen van $17.694 (37.511).
Het bruto totaal inkomen per hoofd van de bevolking ligt echter het hoogst
in Luxemburg, waar elke burger over 64 procent meer beschikt dan het gemiddelde
voor de 29 landen. De Verenigde Staten staan hier op de tweede plaats
met een gemiddeld bruto inkomen dat 45 procent hoger ligt.
Nederland staat ook hier op de elfde plaats, met een inkomen dat 10
procent hoger ligt dan het gemiddelde. In 1970 lag het totale bruto inkomen
per hoofd van de bevolking in Nederland nog 2 procent boven de index van
100.