Het is voor kopers van onroerend goed weer mogelijk onder bepaalde
voorwaarden zonder een heffing van 6% overdrachtsbelasting onroerend goed
te kopen. Dit is een gevolg van een arrest 3 november van de Hoge Raad,
aldus mr. Ton van Balen van belastingadvieskantoor PricewaterhouseCoopers
in Amsterdam.
Bij de overdracht van het juridische eigendom van onroerend goed, een
huis of een bedrijfspand, moet de koper sinds jaar en dag een overdrachtsbelasting
betalen van 6% van de waarde. Tot 31 maart 1995 gold dit echter niet voor
de overdracht van het economische eigendom. Vandaar dat veel partijen
in de onroerend-goedmarkt louter het economische eigendom overdroegen.
Dat werd staatssecretaris Vermeend (Financiën) te gortig. Daarom
kwam hij met nieuwe wetgeving waarin is bepaald dat ook in situaties waarin
alleen het economische eigendom wordt overgedragen, de overdrachtsbelasting
moet worden betaald. Er is volgens deze wet sprake van de overdracht van
economisch eigendom als er "enig risico van tenietgaan" (bijvoorbeeld
bij een brand) én "enig risico van waardeverandering" overgaan
op de koper.
Sindsdien hebben kopers geen mogelijkheid meer de overdrachtsbelasting
te omzeilen. De Hoge Raad maakt daar een einde aan in een arrest over
een juridisch conflict tussen een belastingbetaler en de fiscus over de
overdracht van een woning. De man had het huis in september 1995 voor
175.000 gekocht van zijn schoonvader. Het risico van het tenietgaan
van de waarde van het huis bleef bij de schoonvader; de schoonzoon nam
wel het risico van waardeverandering over.
De belastinginspecteur kwam op grond van de wet met een naheffing voor
de koper en zijn echtgenote van in totaal 6% van 175.000 ofwel 10.500.
Het echtpaar weigerde dit bedrag te betalen en stapte naar het gerechtshof
Den Bosch. Dit hof gaf het echtpaar gelijk. Als er bij een verkoop van
onroerend goed aan slechts één van de voorwaarden uit de
wet van Vermeend wordt voldaan, is er geen sprake van de overdracht van
economisch eigendom en hoeft er dus ook geen overdrachtsbelasting te worden
betaald, aldus het hof.
De Hoge Raad is het met de redenering van het hof volledig eens. "Het
is staatssecretaris Vermeend dus niet gelukt een sluitende definitie te
geven van economisch eigendom", concludeert Van Balen. "Ik verwacht dat
marktpartijen met het arrest van de Hoge Raad in de hand weer op zoek
gaan naar koopsituaties waarin aan slechts één van de twee
voorwaarden van de wet wordt voldaan. Dit arrest biedt daar voldoende
ruimte voor."
Aan de andere kant realiseert Van Balen zich dat reparatiewetgeving
van Vermeend niet uit te sluiten valt. "Bij de indiening van zijn wetsontwerp
in 1995 heeft Vermeend al aangegeven dat hij vermoedelijk zal ingrijpen
zodra er gaten in de wet worden geschoten."