|
Ohra maakt grote knieval
met afschaf teakpolissen
door RAHANY GRAMBERG -
AMSTERDAM, donderdag
Met het van de markt halen van haar omstreden Teakwood Rendementspolis
heeft Ohra een hele grote knieval gemaakt. Sinds de introductie in 1993
deed de Arnhemse verzekeraar de voortdurend oplaaiende kritiek consequent
als leugens van de hand. Dit terwijl de eigen informatie aan beleggers
op zijn minst tegenstrijdig genoemd kan worden, constateert de Wageningse
bosbouwdeskundige dr. ir. Paul Romeijn in zijn proefschrift.
Opgeluisterd met een gigantische advertentiecampagne werd de teakwood
polis zes jaar geleden op de markt gebracht. Het leek en bleek te mooi
om waar te zijn: de belegger met een 'groen gevoel' investeerde in teakhoutplantage
Flor y Fauna in Costa Rica, kocht daar een Ohra-levensverzekering bij
en zou na twintig jaar zijn geld terugkrijgen. Bovendien kon hij zich
verheugen op voorspelde rendementen van 14 tot 18% per jaar. Ook het Wereld
Natuur Fonds (WNF) was razend enthousiast en besloot haar naam aan de
polis te verbinden, waarop zij in de opbrengsten kon delen. De kunstmatig
aangelegde teakbomen zouden tenslotte het kappen van oerwouden verminderen
en dat stond het WNF wel aan.
Zowel met betrekking tot het beloofde rendement alswel de milieu-aspecten brandde een stroom van kritiek los afkomstig van andere verzekeraars en bosbouwdeskundigen. Centraal Beheer in 1994: "Er zijn teveel onzekere factoren en om die reden achten wij dit geen solide belegging voor een verzekeringsmaatschappij. Het moet met de groei van die bomen minstens 20 jaar goed gaan, zonder natuurrampen of iets dergelijks, om in de buurt te komen van de beloofde rendementen. Nog afgezien van de vraag of het hout op termijn die prijzen zal opbrengen die men nu verwacht te kunnen krijgen."
Ook de vooraanstaande Venezolaanse bosbouwdeskundige prof. dr. Julio
Centeno constateerde vlak na de lancering al dat de Teakwood Rendementspolis
beleggers "buitensporig nadeel" berokkende. De voorgespiegelde rendementen
waren bovendien "veel te hoog", aldus de koninklijk onderscheiden hoogleraar.
Al deze kritiek liet Ohra, volgens Romeijn wegens "onkunde en arrogantie",
niet tot zich doordringen. Zelfs toen de verzekeraar door de Reclame Code
Commissie in 1996 op de vingers werd getikt vanwege misleidende advertenties,
werden de rendementen niet bijgesteld. Zij bleef ook voet bij stuk houden
in verschillende rechtzaken.
Romeijn aanschouwde met steeds grotere verbazing alle tegenstrijdige uitlatingen van Ohra en consorten over de teakhout-belegging en besloot hierover een proefschrift te schrijven. "Ohra zei bijvoorbeeld in haar folder dat de rendementsprognoses wetenschappelijk verantwoord zijn, terwijl nooit wetenschappelijk onderzoek was gedaan. Ze hebben bovendien geadverteerd met een keurmerk, wat ze toen niet hadden", zegt hij vol verontwaardiging. Dit zogeheten Skal EKO-keurmerk garandeert dat er geen chemische bestrijdingsmiddelen op de plantage worden gebruikt, hoewel dit volgens Romeijns onderzoek in praktijk wel gebeurt. Terwijl Ohra en WNF van deze tegenstrijdigheid op de hoogte waren, heeft de plantagehouder later toch het keurmerk gekregen. "WNF heeft dat keurmerk namelijk zelf opgericht en zit in het bestuur," aldus Romeijn.
Dat Ohra zo plotseling een brief naar de ongeveer tienduizend polishouders heeft gestuurd met daarin het dringende advies de teakhout-belegging om te wisselen, kan ronduit verassend worden genoemd. "Recent bosbouwdeskundig onderzoek geeft aan dat de rendements-verwachting bijgesteld moet worden", verklaart Henk Janssen, financieel directeur van Ohra, de plotselinge zet. Jarenlang weigerde Ohra dit echter te geloven.
Niet alleen het rendement valt tegen. Romeijn constateert nog andere dieptepunten: "De verkoopprijzen vallen tegen. Bovendien is het moeilijk om met dat jonge hout iets nuttigs te doen. Als je met verzagen fouten maakt, verlies je direct geld. Een van de afnemers van Flor y Fauna klaagde steen en been over de kwaliteit van het teakhout en de levering."
Een andere reden voor de plotselinge zet van Ohra is dat besprekingen met de Nederlandse plantagehouder Ebe Huizinga over een oplossing van de financiële impasse van Flor y Fauna te langzaam verlopen. Dat toekomstig fusiegenoot van Ohra, Delta Lloyd, op de actie heeft aangedrongen, ontkent Janssen. "Het is een zelfstandig besluit van Ohra. Het is echter wel in de besprekingen met Delta Lloyd aan de orde gekomen."
Hoewel beleggers kunnen ontsnappen, zit Ohra zelf nog
aan de geruïneerde plantage vast. Mochten de herstructurerings-onderhandelingen
met oprichter Huizinga op niks uitlopen, dan wil Ohra van haar aandeel
af. Deze week nog zitten de partijen met elkaar om de tafel.
|
|