NEW YORK, woensdag
Op Wall Street leken de aandelenkoersen gisteren in de beginfase van de
handel maar één richting te kennen: omhoog. Met name de
technologiewaarden deden het goed. Dat leidde er toe dat de technologiezware
Nasdaq Composite-index tussentijds opliep tot boven de 3000 punten-grens.
Dat hoogste niveau ooit kon de Nasdaq echter niet vasthouden.
De technologie-index sloot uiteindelijk met 2981,62 bijna 14 punten hoger
dan het slot van maandag. De belangrijkste Amerikaanse beursbarometer,
de Dow Jones, eindigde 65,45 punten lager, op 10.583,06. Volgens handelaren
is het wachten op nieuwe macrocijfers die een indicatie kunnen geven van
waar het met de inflatie en dus de rente naar toe gaat.
Fed-voorzitter Alan Greenspan liet zich gisteren tijdens een toespraak voor een groep bankiers nog niet in de kaart kijken. Met nog twee weken te gaan vóór de bijeenkomst van het beleidsbepalende orgaan van het Amerikaanse stelsel van centrale banken hield Greenspan zich angstvallig op de vlakte. Onder analisten lijkt een kleine meerderheid er nog steeds vanuit te gaan dat het belangrijkste Amerikaanse rentetarief op 16 november met een kwart procentpunt wordt verhoogd.
"Het lijkt wel of de hamburgers verkeerd gevallen zijn", zo merkte een handelaar, gezien het koersverloop, op. In de eerste uren van de handelssessie voor de lunch liepen de aandelenkoersen nog flink op. De Dow Jones dikte ruim 103 punten aan tot 10.751,88. De Nasdaq Composite won ruim 47 punten en piekte op 3014,84.
In de laatste twee uur sloeg de stemming echter om. "Echt een reden was daarvoor niet", aldus een handelaar. "Men wacht echt op nieuwe indicatoren die de markt richting kunnen geven."
Het waren vooral producenten van halfgeleiders als Intel die de Nasdaq
de 3000 punten-horde deden nemen. Beleggers leken opgelucht nadat bekend
werd dat een nieuwe aardbeving in Taiwan geen grote schade heeft toegebracht
aan de halfgeleiderindustrie in dat land. Een rapport van Merrill Lynch
droeg eveneens bij aan de positieve stemming.